Wat betekent de kantonrechtersformule in een sociaal plan?
Werknemers vinden de ontslagvergoeding vaak het belangrijkste onderdeel in het sociaal plan. Dit is meestal ook het duurste onderdeel van het sociaal plan. De hoogte wordt meestal bepaald door de oude kantonrechtersformule. De kantonrechtersformule wordt berekend met de oude formule A*B*C. Voor de A-factor wordt de diensttijd afgerond op hele jaren. Vervolgens worden de dienstjaren ‘gewogen’.
Tot het 40ste levensjaar heeft elk dienstjaar een wegingsfactor van 1.0. Vanaf het 40ste tot het 50ste levensjaar geldt voor elk dienstjaar een wegingsfactor van 1,5. Vanaf 50ste levensjaar geldt voor elk gewerkt dienstjaar een factor van 2,0. Bij de berekening van de B-factor worden het vaste bruto maandsalaris, de 13de maanden, structureel overwerk, vakantiewerk, structurele winstdelingen en vaste ploegentoeslagen meegenomen. De variabele is dan de C-factor. De C-factor ligt tussen 0 en 2. Meestal is de C-factor 1. Bij een 'welvarende' werkgever zullen de vakbonden wellicht een hogere C-factor dan 1 eisen. Hoger dan 1,5 komt nauwelijks voor. Staat de organisatie er financieel minder goed voor, dan zit een C-factor van 1 er niet in. De C-factor kan ook lager dan 0,5 zijn. Kan een werkgever niets betalen, dan is de C-factor 0. De ontslagvergoeding is dan ook nihil. In de praktijk wordt in het sociaal plan nog steeds veel gebruik gemaakt van de ‘oude’ kantonrechtersformule. De nieuwe kantonrechtersformule ( ongunstiger voor de werknemer) komt minder vaak voor.
Tot het 40ste levensjaar heeft elk dienstjaar een wegingsfactor van 1.0. Vanaf het 40ste tot het 50ste levensjaar geldt voor elk dienstjaar een wegingsfactor van 1,5. Vanaf 50ste levensjaar geldt voor elk gewerkt dienstjaar een factor van 2,0. Bij de berekening van de B-factor worden het vaste bruto maandsalaris, de 13de maanden, structureel overwerk, vakantiewerk, structurele winstdelingen en vaste ploegentoeslagen meegenomen. De variabele is dan de C-factor. De C-factor ligt tussen 0 en 2. Meestal is de C-factor 1. Bij een 'welvarende' werkgever zullen de vakbonden wellicht een hogere C-factor dan 1 eisen. Hoger dan 1,5 komt nauwelijks voor. Staat de organisatie er financieel minder goed voor, dan zit een C-factor van 1 er niet in. De C-factor kan ook lager dan 0,5 zijn. Kan een werkgever niets betalen, dan is de C-factor 0. De ontslagvergoeding is dan ook nihil. In de praktijk wordt in het sociaal plan nog steeds veel gebruik gemaakt van de ‘oude’ kantonrechtersformule. De nieuwe kantonrechtersformule ( ongunstiger voor de werknemer) komt minder vaak voor.
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 143 vragen en antwoorden over Ontslagvergoedingen.