Wat is de rol van de toezichthouder in de benoeming en het functioneren van commissarissen en bestuurders bij onder toezicht staande instellingen?

Ook de invloed van de toezichthouder op de benoeming van commissarissen en bestuurders is groot.Op 19 april 2004 is in de Nederlandse Staatscourant nieuwe regelgeving gepubliceerd, omtrent de betrouwbaarheidstoetsing van (kandidaat)(mede)beleids-bepalers van en houders van gekwalificeerde deelnemingen in onder toezicht staande instellingen.Hierin is vastgelegd aan welke voorwaarden een beleidsbepaler moet doen om in aanmerking te komen voor benoeming (in bijvoorbeeld de RvC of de RvB) bij een financiële instelling:

• Onder betrouwbaarheid wordt voor de toepassing van de toezichtwet verstaan het zich onthouden van één of meer gedragingen die naar het oordeel van de toezichthouder in de weg staan aan het vervullen van de functie van (mede) beleidsbepaler dan wel het houden van gekwalificeerde onderneming.
• Tot de in het eerste lid bedoelde gedragingen behoren in ieder geval gedragingen die blijk geven van het niet hebben van eigenschappen als waarheidslievendheid, verantwoordelijkheidszin, wetsgetrouwheid, openheid, oprechtheid, prudentie, punctualiteit, onkreukbaarheid, discretie en rechtschapenheid.

De in het bovenstaande genoemde toezichthouder is: DNB, de Stichting Autoriteit Financiële Markten, de Stichting Pensioen- & Verzekeringskamer en de Minister van Financiën. Deze gezamenlijke partijen dragen zorg voor de toepassing van de nieuwe regelgeving.