Waarom moet de Corporate Governance in regulated industries anders zijn?
Voor financiële instellingen is een primair op aandeelhouder gerichte benadering van Corporate Governance te beperkt. Vanwege de aard van hun bedrijfsactiviteiten is de functie die financiële instellingen in het maatschappelijk verkeer vervullen gefundeerd op het vertrouwen dat er binnen de maatschappij wordt gesteld in het betrouwbaar en beheerst functioneren van dergelijke instellingen. Juist vanwege de grote betekenis van financiële instellingen voor het ongestoord verlopen van de zich binnen de maatschappij afspelende economische processen, dient het Corporate Governance-vraagstuk aldaar in een breder kader te worden geplaatst.
De focus kan daarom niet slechts worden gericht op de relaties tussen het management en de aandeelhouders, maar dient in principe te worden verlegd naar de relaties tussen álle groepen van stakeholders. Het perspectief van de onderneming als geheel dient in principe het uitgangspunt te zijn. De twee categorieën van stakeholders die momenteel het meest in de belangstelling staan, zijn de aandeelhouders en de klant.
Bij financiële instellingen wordt met name een ten behoeve van de klant uitgeoefend toezicht van cruciaal belang geacht, naast die ten behoeve van de aandeelhouders uitgeoefende controle. Financiële instellingen worden dus geconfronteerd met een expliciete (ook wettelijk verankerd) dualisme op het vlak van de bestuursstructuur. Alhoewel beide invalshoeken gedeeltelijk gelijkgericht zullen zijn, is er op onderdeelen ook sprake van verschillen in uitgangspunten.
Terwijl aandeelhouders en klanten bijvoorbeeld normaliter beide belang hebben bij continuïteit in de bedrijfsvoering, hebben aandeelhouders in beginsel wél, maar klanten in beginsel géén belang bij het aan aandeelhouders uitkeren van onvoldoende renderend vermogen.
De focus kan daarom niet slechts worden gericht op de relaties tussen het management en de aandeelhouders, maar dient in principe te worden verlegd naar de relaties tussen álle groepen van stakeholders. Het perspectief van de onderneming als geheel dient in principe het uitgangspunt te zijn. De twee categorieën van stakeholders die momenteel het meest in de belangstelling staan, zijn de aandeelhouders en de klant.
Bij financiële instellingen wordt met name een ten behoeve van de klant uitgeoefend toezicht van cruciaal belang geacht, naast die ten behoeve van de aandeelhouders uitgeoefende controle. Financiële instellingen worden dus geconfronteerd met een expliciete (ook wettelijk verankerd) dualisme op het vlak van de bestuursstructuur. Alhoewel beide invalshoeken gedeeltelijk gelijkgericht zullen zijn, is er op onderdeelen ook sprake van verschillen in uitgangspunten.
Terwijl aandeelhouders en klanten bijvoorbeeld normaliter beide belang hebben bij continuïteit in de bedrijfsvoering, hebben aandeelhouders in beginsel wél, maar klanten in beginsel géén belang bij het aan aandeelhouders uitkeren van onvoldoende renderend vermogen.
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 190 vragen en antwoorden over Corporate Governance.