Wat zijn de knelpunten van pensioen in eigen beheer?
Pensioen in eigen beheer is complex: de pensioenverplichting, de af te dragen premie en de waardering moeten steeds actuarieel bepaald worden. Dit is niet alleen complex voor de dga, maar ook voor de Belastingdienst. Die complexiteit leidt tot hoge kosten voor zowel de pensioengerechtigde als de Belastingdienst.
De fiscale regels voor de waardering van het pensioen wijken af van de commerciële regels. Als u een pensioen op zou bouwen bij een verzekeraar, betaalt u daarvoor aanzienlijk meer premie. Dit komt omdat de verzekeraars moeten rekenen met de markrente. De pensioenverplichting wordt gewaardeerd aan de hand van de rekenrente, en hoe lager die rente, hoe hoger de pensioenverplichting is. Bij het pensioen in eigen beheer hanteert u een wettelijke rekenrente van 4%. Dat is een stuk hoger dan de huidige marktrente. Daardoor is de fiscale waarde van de pensioenverplichting lager dan de werkelijke waarde van de verplichting.
Als gevolg hiervan, oogt het eigen vermogen van de bv hoger dan het in werkelijkheid is, omdat de pensioenverplichting immers op de balans staat. Hierdoor zou u in de verleiding gebracht kunnen worden om dividend uit te keren, terwijl het eigen vermogen in werkelijkheid lager is. U moet hier bij het uitvoeren van de uitkeringstoets rekening mee houden, anders loopt u als bestuurder een aansprakelijkheidsrisico.
Bij een echtscheiding kan het voorkomen dat het opgebouwde pensioen op economische gronden gewaardeerd moet worden bij de overdracht aan een verzekeraar. Deze overdracht vindt plaats als de partneraanspraak wordt overgeheveld. De opgebouwde reserve blijkt dan ineens ontoereikend, waardoor er flink moet worden bijgestort.
De fiscale regels voor de waardering van het pensioen wijken af van de commerciële regels. Als u een pensioen op zou bouwen bij een verzekeraar, betaalt u daarvoor aanzienlijk meer premie. Dit komt omdat de verzekeraars moeten rekenen met de markrente. De pensioenverplichting wordt gewaardeerd aan de hand van de rekenrente, en hoe lager die rente, hoe hoger de pensioenverplichting is. Bij het pensioen in eigen beheer hanteert u een wettelijke rekenrente van 4%. Dat is een stuk hoger dan de huidige marktrente. Daardoor is de fiscale waarde van de pensioenverplichting lager dan de werkelijke waarde van de verplichting.
Als gevolg hiervan, oogt het eigen vermogen van de bv hoger dan het in werkelijkheid is, omdat de pensioenverplichting immers op de balans staat. Hierdoor zou u in de verleiding gebracht kunnen worden om dividend uit te keren, terwijl het eigen vermogen in werkelijkheid lager is. U moet hier bij het uitvoeren van de uitkeringstoets rekening mee houden, anders loopt u als bestuurder een aansprakelijkheidsrisico.
Bij een echtscheiding kan het voorkomen dat het opgebouwde pensioen op economische gronden gewaardeerd moet worden bij de overdracht aan een verzekeraar. Deze overdracht vindt plaats als de partneraanspraak wordt overgeheveld. De opgebouwde reserve blijkt dan ineens ontoereikend, waardoor er flink moet worden bijgestort.
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 263 vragen en antwoorden over Startende ondernemers.