Maakt het verschil of de werkruimte zich in een koop- dan wel huurwoning bevindt?
Er bestaan fiscale verschillen tussen een huur- en koopwoning. Voor de ondernemer die vanuit een werkruimte in een huurwoning werkt was maximaal 4% van de waarde van de werkruimte aftrekbaar en een evenredig deel van de kosten die een normale huurder ook zou moeten betalen. Inmiddels heeft de Hoge Raad echter geoordeeld dat een huurrecht een vermogensrecht is, en dus ook als ondernemingsvermogen kan worden aangemerkt. Zelfstandigen die een huurwoning hebben, mogen - onder voorwaarden - het volledige bedrag van huisvestingskosten op de winst in mindering brengen. Ook stroom, gas, water schoonmaakkosten en verzekeringspremies gelden als ondernemingslasten en kunnen worden afgeschreven op de inrichting. De aftrekbaarheid is dus niet beperkt tot de werkkamer.
Iets ingewikkelder wordt het met een eigen woning. Dan moet eerst worden bekeken of het pand bouwkundig gesplitst kan worden met een aparte ingang en eigen voorzieningen. Is dit het geval dan is de ondernemer verplicht die splitsing administratief door te voeren. De bedrijfsruimte valt dan onder het ondernemingsvermogen en de woning onder het privé vermogen. De kosten van het bedrijfs gedeelte zijn dan aftrekbaar maar toekomstige waardestijgingen zijn bij verkoop belast. Is een bouwkundige splitsing niet mogelijk dan wordt het pand gerekend tot het privévermogen, of tot het ondernemingsvermogen of het wordt administratief gesplitst. De gemaakte keuze moet u opgeven bij de eerste jaaraangifte inkomstenbelasting direct na de start.
Is het pand in bezit van uw partner onder huwelijkse voorwaarden dan dient er voor het ondernemingsgedeelte een zakelijke huur in rekening gebracht te worden. Daarnaast zijn voor uw partner de kosten aftrekbaar en is de gerealiseerde waardestijging belast.
NB. In oktober 2016 werd aangekondigd dat het verschil tussen een zelfstandige met een huurhuis en een met een koophuis verdwijnt, omdat deze regeling de overheid teveel kost. Zij kunnen dan beiden geen kosten van een onzelfstandige werkruimte meer aftrekken. Voor zelfstandigen/zzp’ers met een zelfstandige werkruimte verandert er niets.
Iets ingewikkelder wordt het met een eigen woning. Dan moet eerst worden bekeken of het pand bouwkundig gesplitst kan worden met een aparte ingang en eigen voorzieningen. Is dit het geval dan is de ondernemer verplicht die splitsing administratief door te voeren. De bedrijfsruimte valt dan onder het ondernemingsvermogen en de woning onder het privé vermogen. De kosten van het bedrijfs gedeelte zijn dan aftrekbaar maar toekomstige waardestijgingen zijn bij verkoop belast. Is een bouwkundige splitsing niet mogelijk dan wordt het pand gerekend tot het privévermogen, of tot het ondernemingsvermogen of het wordt administratief gesplitst. De gemaakte keuze moet u opgeven bij de eerste jaaraangifte inkomstenbelasting direct na de start.
Is het pand in bezit van uw partner onder huwelijkse voorwaarden dan dient er voor het ondernemingsgedeelte een zakelijke huur in rekening gebracht te worden. Daarnaast zijn voor uw partner de kosten aftrekbaar en is de gerealiseerde waardestijging belast.
NB. In oktober 2016 werd aangekondigd dat het verschil tussen een zelfstandige met een huurhuis en een met een koophuis verdwijnt, omdat deze regeling de overheid teveel kost. Zij kunnen dan beiden geen kosten van een onzelfstandige werkruimte meer aftrekken. Voor zelfstandigen/zzp’ers met een zelfstandige werkruimte verandert er niets.
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 263 vragen en antwoorden over Startende ondernemers.