Wat de voorwaarden voor het urencriterium?

De grens van het aantal uren die een ondernemer minimaal aan zijn bedrijf moet besteden om voor de fiscale aftrekposten in aanmerking te komen, is vastgesteld op 1.225 uur. Deze hoeveelheid uren moet de als ondernemer per kalenderjaar zien te realiseren. Deze ondergrens wordt dus niet evenredig aangepast als iemand een onderneming later in het jaar start.
Naast de 1.225 uur moet er ook meer dan 50% van de (arbeids)tijd worden besteed aan de onderneming. Als u bijvoorbeeld twee dagen per week in loondienst bent en daarnaast werkt als zelfstandig ondernemer, moet er naast de 832 uur (52 x 16 uur) die je in loondienst werkt, nog het minimum van 1225 uur in de onderneming worden gewerkt. Deze geldt enkel voor degenen die in één van de vijf voorafgaande jaren ondernemer was.
De directe declarabele uren bij klanten, inclusief voorbereidingsuren en de reistijd voor de opdracht of het woon-werkverkeer tellen mee. Daarnaast de indirecte uren die niet in rekening worden gebracht, zoals uren voor het volgen van cursussen, het bijhouden van vakliteratuur, de administratie bijwerken, boekhouding, het plegen van acquisitie, de aanschaf van bedrijfsmiddelen zoals een telefoon, laptop of auto, het bezoeken van netwerkbijeenkomsten of het beheer van de website. Ziekte of vakantie tellen niet mee. Het urencriterium gaat om daadwerkelijk gewerkte uren.
Ondernemers die starten vanuit een arbeidsongeschiktheidsuitkering komen in aanmerking voor een verlaagd urencriterium. Zij moeten per kalenderjaar minimaal 800 uur aan hun onderneming besteden.

NB. in verband met de coronacrisis is het urencriterium in 2020 en 2021 versoepeld. De Belastingdienst gaat er automatisch vanuit dat ondernemers (waaronder zzp'ers) van 1 maart tot en met 31 oktober 2020 minstens 24 uur per week in hun bedrijf hebben gestoken. Voor 2021 geldt deze periode van 1 januari tot en met 30 juni.