Wat wordt bedoeld met een schending van de geheimhoudingsplicht?

In de arbeidsovereenkomst of in een apart document wordt vaak een clausule opgenomen dat een werknemer niet alleen tijdens, maar ook na zijn dienstverband enig geheim, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat hij dat uit hoofde van zijn ambt, beroep of wettelijk voorschrift geheim moet houden, niet mag schenden (art. 272 WvS). Men is hiervoor strafbaar als de schending van wat geheim moet blijven opzettelijk gebeurt. Een oud-werkgever kan, als hij daarvoor vermoedens of zelfs sterke aanwijzingen heeft, een particulier recherchebureau vragen een onderzoek in te stellen naar de oud-werknemer wegens schending geheimhoudingsplicht. Deze geheimhoudingsclausule, ook wel aangeduid als 'beroepsgeheim' vindt men niet alleen bij de vrije beroepen zoals advocaten, medici (artsen en verpleegkundigen), notarissen, tolken, politiebeamten, geestelijken, maar ook bij producenten van medicijnen, laboratoria, ruimtevaart en dergelijke.
Het is overigens geen absoluut recht, omdat het op grond van zwaarwegende maatschappelijke belangen door de rechter kan worden doorbroken.