Welke wetgeving is van toepassing op thuiswerken?
In de regel geldt dat alles wat voor de kantooromgeving van toepassing is, ook geldt voor de thuiswerkomgeving. Er is een drietal wetten dat hierbij van belang is. Dat zijn de Arbeidstijdenwet (ATW), de Arbeidsomstandighedenwet en het Burgerlijk Wetboek.
- Burgerlijk Wetboek - In artikel 6 van titel 10 (7:658) staat dat een werkgever verplicht is werkomgevingen zodanig in te richten en aanwijzingen te verstrekken om te voorkomen dat een werknemer bij het uitoefenen van het werk schade ondervindt. De werkgever is aansprakelijk voor geleden schade, tenzij hij/zij aan de verplichtingen heeft voldaan of als de werknemer roekeloos is geweest;
- Arbowet - In de Arbowet wordt sinds 2012 gesproken van plaatsonafhankelijke arbeid als het gaat om thuiswerken. Hierin staat vermeld dat beeldschermwerk regelmatig wordt afgewisseld met ander werk. Als dat niet mogelijk is, zijn rusttijden vereist zodat de belasting wordt verminderd. In de regel gaat men uit van een maximum van zes uur beeldschermwerk op een werkdag van acht uur;
- Arbeidstijdenwet - Net als de Arbowet wordt hierin werktijd omschreven, inclusief de rechten op rust en pauze, alleen in meer detail. Normaal gesproken geschiedt controle van de werktijden op kantoor, maar bij thuiswerk is het belangrijker dat afspraken op papier staan en er specifieker wordt bepaald dat buiten de gestelde tijden de werknemer recht heeft op rust. En werknemer heeft in principe recht op 11 uur rust na de werkdag. Een recht op onbereikbaarheid is in een aantal Europese landen ingevoerd, maar in Nederland vinden werkgevers, werknemers en overheid vooralsnog dat het beter is om daarover individuele afspraken te maken in plaats van het afdwingen van zo’n beleid.
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 70 vragen en antwoorden over Thuiswerken.