Is toestemming van de werknemer voldoende voor de verwerking van persoonsgegevens door de werkgever?

Terwijl toestemming in het algemeen een van de belangrijkste en meest gebruikte wettelijke grondslagen is voor verwerking van persoonsgegevens, is dat op de werkvloer juist niet het geval. Doordat de werkgever gezag heeft over de werknemer, kan toestemming van een werknemer aan een werkgever in principe niet vrijwillig gegeven worden. Doordat de werkgever gezag uitoefent over de werknemer en de werknemer bovendien financieel afhankelijk is van de werkgever, zal een werknemer zich vrijwel nooit vrij genoeg voelen om toestemming te weigeren of in te trekken.
Doordat werkgevers de verwerking van persoonsgegevens van werknemers niet op de grond toestemming kunnen baseren, moet een andere wettelijke grondslag van toepassing zijn. Als werkgever is het ook van belang om niet te gemakkelijk aan te nemen dat het eigen belang, of dat van een derde, de verwerking kan rechtvaardigen. Voor het toepassen van deze grondslag is namelijk een zorgvuldige belangenafweging nodig, waarbij de noodzaak en proportionaliteit van de verwerking moet kunnen worden aangetoond. Wanneer een werkgever dit niet kan aantonen voor alle persoonsgegevens die worden verwerkt, bijvoorbeeld als er ook een oplossing mogelijk is met minder inbreuk op de privacy van de werknemer, kunnen boetes en aansprakelijkheid het gevolg zijn.
Word pro

Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 167 vragen en antwoorden over Privacy-wetgeving / AVG-GDPR.