Wat zijn de Arboregels voor werken bij kou?
Artikel 6.1 Arbobesluit bepaalt dat de temperatuur op de werkplek of het product dat moet worden bewerkt niet nadelig mag zijn voor de gezondheid van de werknemer. Hoewel er geen specifieke temperaturen worden genoemd, is wel bepaald dat werkgevers er alles aan moeten doen om gezondheidsklachten te voorkomen. Als een lage temperatuur niet vermeden kan worden, moet de werkgever persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar stellen, de duur van de werkzaamheden verkorten of werkzaamheden afwisselen met werk op een warme plek. Bij werkzaamheden in deze genoemde werksituaties kan gezondheidsschade optreden. De risico’s met betrekking tot het onderwerp klimaat moeten daarom zijn beoordeeld in het kader van de RI&E.
Werkgevers moeten de juiste kleding en handschoenen beschikbaar stellen zodat medewerkers zich kunnen beschermen tegen de kou, denk daarbij ook aan thermisch ondergoed. Ook kunnen ze zorgen dat werknemers zich in een ruimte kunnen opwarmen onder het genot van een warme drank. Het binnen belangrijk om de ruimte goed op temperatuur te houden en tocht te voorkomen. Bij werkplekken in de buitenlucht kunnen windschermen of overkappingen nuttig zijn. En voor een mogelijkheid om handschoenen en sokken te drogen en te wisselen.
In de bouw wordt als ondergrens een gevoelstemperatuur van -6 °C of lager aangehouden als moment waarop het niet meer verantwoord is om te werken (art. 73 CAO voor de Bouwnijverheid). Bij een gevoelstemperatuur lager dan -6˚C mogen werknemers die onder die cao vallen werken het werk neerleggen, als bij een tweede meting om 10.30 uur de gevoelstemperatuur nog steeds onder de -6˚C ligt, mag de werknemer naar huis, tenzij de werkgever hem passend vervangend werk aanbiedt. Verder mag de werknemer in de bouw werk weigeren als de werkplek door sneeuw of ijzel onbegaanbaar is of als er geen beschermende kleding beschikbaar is. Bij dergelijk (vorst)verlet dient het loon van de werknemer te worden doorbetaald door de werkgever.
Werkgevers moeten de juiste kleding en handschoenen beschikbaar stellen zodat medewerkers zich kunnen beschermen tegen de kou, denk daarbij ook aan thermisch ondergoed. Ook kunnen ze zorgen dat werknemers zich in een ruimte kunnen opwarmen onder het genot van een warme drank. Het binnen belangrijk om de ruimte goed op temperatuur te houden en tocht te voorkomen. Bij werkplekken in de buitenlucht kunnen windschermen of overkappingen nuttig zijn. En voor een mogelijkheid om handschoenen en sokken te drogen en te wisselen.
In de bouw wordt als ondergrens een gevoelstemperatuur van -6 °C of lager aangehouden als moment waarop het niet meer verantwoord is om te werken (art. 73 CAO voor de Bouwnijverheid). Bij een gevoelstemperatuur lager dan -6˚C mogen werknemers die onder die cao vallen werken het werk neerleggen, als bij een tweede meting om 10.30 uur de gevoelstemperatuur nog steeds onder de -6˚C ligt, mag de werknemer naar huis, tenzij de werkgever hem passend vervangend werk aanbiedt. Verder mag de werknemer in de bouw werk weigeren als de werkplek door sneeuw of ijzel onbegaanbaar is of als er geen beschermende kleding beschikbaar is. Bij dergelijk (vorst)verlet dient het loon van de werknemer te worden doorbetaald door de werkgever.
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 92 vragen en antwoorden over ARBO: Gezondheid.