Waar moet de werkgever zich aan houden wat betreft geluidshinder?

Het uitgangspunt van de Arbowet is dat u lawaai aan de bron probeert te bestrijden. Dat wil zeggen een apparaat dat bijvoorbeeld teveel lawaai maakt vervangen door een apparaat dat veel minder lawaai maakt. Als dat niet lukt, moet u andere maatregelen nemen zoals bijvoorbeeld het aanbrengen van geluidsisolatie rondom een lawaaierige machine. Als ook dat niet lukt kunt u proberen om uw werknemers zo min mogelijk in de buurt van de herriemakende machine te laten werken. Lukt het niet om één van de hierboven genoemde maatregelen in te voeren, dan moeten uw werknemers gebruik maken van persoonlijke (gehoor-)beschermingsmiddelen.
De wetgeving met betrekking tot lawaai is best complex. De belangrijkste verplichtingen zijn:

• Bij een geluidsniveau van méér dan 80dB(A) per dag moeten uw werknemers kunnen beschikken over (individuele aangemeten) gehoorbeschermers.
• Bij lawaai boven de 85dB(A) moeten uw werknemers verplicht gehoorbeschermers dragen. De plaatsen waar het geluidsniveau boven de 85dB(A) komt moet u duidelijk herkenbaar maken voor uw werknemers.
• De dagelijkse blootstelling mag nooit hoger zijn dan 87dB(A), inclusief de dempende werking van een individuele gehoorbeschermer. Komt het lawaainiveau toch boven deze 87dB(A) uit dan moeten ogenblikkelijk maatregelen getroffen worden om het lawaainiveau te verminderen.
• Uw werknemers die blootgesteld worden aan lawaai krijgen de mogelijkheid om een audiometrisch onderzoek (gehoortest) te ondergaan door een deskundige. Dit onderzoek kan eventuele (vroegtijdige) gehoorschade meten.

De ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging mogen een oordeel geven over de door u genomen maatregelen ter bestrijding van het lawaai.
Ook in de RI&E wordt aandacht besteed aan lawaai. In de RI&E wordt vooral gelet op het lawaainiveau waaraan uw werknemers worden blootgesteld, de aard en duur (ook voor eventueel impulsgeluid) van de blootstelling en de gevolgen voor de gezondheid en veiligheid van uw werknemers.
Ook voorlichting en onderricht over de gevaren van lawaai is verplicht. Daarbij moet het ook gaan over de maatregelen die u hier tegen heeft genomen.