Onder welke omstandigheden kan een auto van de zaak worden ingetrokken?

Als aan een werknemer een auto van de zaak ter beschikking gesteld is, mag de werkgever die ook weer intrekken. Daarvoor heeft hij wel een eenzijdig wijzigingsbeding én een zwaarwegend belang voor nodig. De werknemer kan bovendien recht hebben op een compensatie.
Het privé-gebruik van de auto is loon van de werknemer en daarmee een arbeidsvoorwaarde. Deze mag de werkgever niet (zomaar) eenzijdig wijzigen. Een werkgever mag arbeidsvoorwaarden enkel wijzigen als hij daarvoor een zwaarwegend belang heeft en als er in de collectieve of individuele arbeidsovereenkomst een eenzijdig wijzigingsbeding is opgenomen. Als een organisatie in financieel zwaar weer verkeert, kan dat een zwaarwegend belang zijn.
De werkgever staat (nog) sterker als hij daarnaast een (voldoende) compensatie biedt voor het inleveren van de auto van de zaak. Deze kan er als volgt uitzien: in het eerste kwartaal (na het inleveren van de auto) vergoedt de werkgever alle kosten aan de werknemer die hij maakt voor het gebruiken van zijn eigen auto. In de volgende kwartalen vergoedt de werkgever steeds één achtste deel van de kosten minder. Deze compensatieregeling duurt in totaal twee jaar. Naast deze afbouwregeling ontvangt de werknemer een reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer van € 120 per maand en heeft hij voor zakelijke kilometers recht op € 0,19 netto en € 0,09 bruto per kilometer.