Hoe wordt een leasecontract geadministreerd?
Als een organisatie rapporteert volgens de International Financial Reporting Standards (IFRS), moeten leasecontracten per 1 januari 2019 op de balans staan. Deze regels hebben gevolgen voor alle leasecontracten, maar heeft het grootste effect voor de overeenkomsten voor de leaseauto’s van de zaak.
Eind 2016 was het in veel gevallen voor (zeer) zuinige auto’s aantrekkelijk om de lopende leasecontracten te verlengen, want hierdoor bleven de oude bijtellingstarieven van toepassing. Met ingang van het boekjaar 2017 ging het aantal bijtellingstarieven namelijk terug van zeven naar twee (4% en 22%). Als een organisatie IFRS 16 toepast, komen de bijbehorende leasecontracten per 2019 als schuld op de balans te staan.
Bij de leasestandaard onder IFRS 16 bestaat nog maar één type lease, IFRS 16 maakt geen onderscheid tussen financial lease en operational lease. Hierdoor wordt de onderlinge vergelijkbaarheid van financiële overzichten vergroot. De nieuwe regels gaan standaard uit van financial lease. Past uw organisatie de IFRS niet toe, dan moeten de regels uit titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek worden gevolgd. In de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (RJ) 292 zijn aanwijzingen opgenomen die in dit geval bruikbaar zijn bij het administreren van leasecontracten.
Alle financiële verplichtingen uit contracten die voorheen onder operationele lease of huur vielen gaan naar de passiva. De tegenwaarde moet de organisatie als gebruiksrecht onder de vaste activa boeken. Dat gebruiksrecht wordt vervolgens afgeschreven over de economische levensduur. De nieuwe standaard maakt wel onderscheid tussen een leasecontract en een servicecontract. In een leasecontract staat het gebruikersrecht van bijvoorbeeld een voertuig (met kenteken) vermeld. Tijdens het contract bepaalt de klant hoe en wanneer hij het voertuig gebruikt. Servicecontracten geven de leverancier het recht om het voertuig te vervangen.
Met de invoering van IFRS 16 moeten de leaseverplichtingen en het gebruiksrecht (van de auto) op de balans worden gepresenteerd. Bij elk contract moet duidelijk zijn wat de onderliggende rente is en hoe de financiële en serviceleasetermijnen zijn gesplitst. Die verplichting geldt niet voor leasecontracten met een looptijd minder dan 12 maanden en voor contracten die zijn verbonden aan activa met een geringe waarde.
Eind 2016 was het in veel gevallen voor (zeer) zuinige auto’s aantrekkelijk om de lopende leasecontracten te verlengen, want hierdoor bleven de oude bijtellingstarieven van toepassing. Met ingang van het boekjaar 2017 ging het aantal bijtellingstarieven namelijk terug van zeven naar twee (4% en 22%). Als een organisatie IFRS 16 toepast, komen de bijbehorende leasecontracten per 2019 als schuld op de balans te staan.
Bij de leasestandaard onder IFRS 16 bestaat nog maar één type lease, IFRS 16 maakt geen onderscheid tussen financial lease en operational lease. Hierdoor wordt de onderlinge vergelijkbaarheid van financiële overzichten vergroot. De nieuwe regels gaan standaard uit van financial lease. Past uw organisatie de IFRS niet toe, dan moeten de regels uit titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek worden gevolgd. In de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (RJ) 292 zijn aanwijzingen opgenomen die in dit geval bruikbaar zijn bij het administreren van leasecontracten.
Alle financiële verplichtingen uit contracten die voorheen onder operationele lease of huur vielen gaan naar de passiva. De tegenwaarde moet de organisatie als gebruiksrecht onder de vaste activa boeken. Dat gebruiksrecht wordt vervolgens afgeschreven over de economische levensduur. De nieuwe standaard maakt wel onderscheid tussen een leasecontract en een servicecontract. In een leasecontract staat het gebruikersrecht van bijvoorbeeld een voertuig (met kenteken) vermeld. Tijdens het contract bepaalt de klant hoe en wanneer hij het voertuig gebruikt. Servicecontracten geven de leverancier het recht om het voertuig te vervangen.
Met de invoering van IFRS 16 moeten de leaseverplichtingen en het gebruiksrecht (van de auto) op de balans worden gepresenteerd. Bij elk contract moet duidelijk zijn wat de onderliggende rente is en hoe de financiële en serviceleasetermijnen zijn gesplitst. Die verplichting geldt niet voor leasecontracten met een looptijd minder dan 12 maanden en voor contracten die zijn verbonden aan activa met een geringe waarde.
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 108 vragen en antwoorden over Autokosten.