Na jarenlange technische problemen en een onkostenpost van 4,7 miljoen euro heeft de gemeente Amsterdam het opgegeven. De ondergrondse parkeergarage op het Staringplein, ook wel Storingplein, gaat in de verkoop. Dat schrijft Parool.
Op Twitter kwam ik terecht in een discussie over parkeergarages voor vergunninghouders. Het van de straat halen van geparkeerde auto’s heeft prioriteit in de Amsterdamse autoluwe plannen. Er moeten 7.500 tot 10.000 parkeerplekken op straat weg.
De stelling op Twitter was dat veel Amsterdammers graag een onzekere plek op straat zouden willen inruilen voor een zekere plek in een parkeergarage. Dat geloof ik graag. Maar, is dat ook eerlijk? In de afgelopen jaren zijn meerdere garages geopend.
Structurele verliezen
Behalve de grote investeringen (80.000 tot 100.000 euro per parkeerplek) leiden de jaarlijks terugkerende kosten voor energie, handhaving, schoonmaak, laadinfrastructuur en onderhoud tot structurele verliezen voor de gemeente. De operationele verliezen zijn tussen 6.000 en 10.000 euro per jaar per parkeerplek; kosten die elk jaar oplopen. Deze kosten worden betaald uit de parkeerinkomsten. De inkomsten uit de bewonersvergunningen dekken de kosten van de parkeergarages absoluut niet.
Twee bewonersgarages aan de Kattenburgerstraat in het centrum staan al jaren voor een deel leeg omdat er nog onderhoudswerkzaamheden op de planning staan. Bewoners snappen niet dat de plekken leeg moeten blijven terwijl er nog niet gewerkt wordt. Andere, door de gemeente betaalde parkeerplekken, staan leeg.
Wie moet er investeren?
Het later apart bouwen van een ondergronds parkeergarage is kostbaar. Bij een VVE kost het beheer van een parkeerplaats (onder het gebouw) jaarlijks 600-2.400 euro. Dat roept de vraag op of het niet verstandig is ontwikkelaars en corporaties dit zelf te laten regelen op basis van realistische parkeernormen. Of te kiezen voor publiek-private samenwerking. Dat is aanzienlijk goedkoper en daarmee verdeel je de lusten en lasten beter.
Ook ondergronds fietsparkeren kost geld
Wie denkt dat fietsparkeerplekken onder de grond niks kosten? Dat is natuurlijk niet waar. Op het Leidseplein zijn de kosten (inclusief handhavers op het plein om fietsparkeerders te verjagen) ruim 1 mln euro per jaar; 500 euro per fiets per jaar (bij 2.000 fietsparkeerplekken). De bouwkosten waren ruim 20 mln euro; 10.000 euro per fietsparkeerplek. De ruim 20.000 fietsenstallingen die in 2030 rond Amsterdam Centraal zijn gepland kosten uiteindelijk bij elkaar 90 miljoen euro; bijna 5.000 euro per fietsparkeerplek. De stalling op Beursplein kostte ook zo’n 5.000 euro per fietsparkeerplek. Helaas zijn bij beide de jaarlijkse integrale exploitatiekosten onbekend.
Subsidie voor autobezit?
Het autobezit neemt nog steeds toe in Amsterdam. Het opheffen van parkeerplaatsen op straat is wenselijk. Je maakt meer ruimte voor de mensen op straat. Maar, het faciliteren van een ondergronds parkeren in gemeentelijke parkeergarages om straatparkeren te verminderen is wel een hele grote ‘subsidie’ voor autobezit. Het Amsterdamse college wil terecht niet zonder meer aan de slag met extra parkeergarages in ruil voor minder plekken op straat; dat is een blanco cheque. Een pas op de plaats is nodig. Laten we eerst eens kijken of we de Amsterdammers niet uit de auto krijgen of in de huurauto, openbaar vervoer of taxi.
Walther Ploos van Amstel.
Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen?
Probeer het Pro-abonnement een maand gratis
En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.
Word een PRO
Want het is onlogisch in een autoluwe stad dat bewoners wel riool/vuilnisbelasting en dergelijke betalen voor hun vervuiling maar dat je onbelast de problematische auto op eigen erf mag parkeren. Hopelijk besluiten dan ook meer huiseigenaren om hun garage te gebruiken als woonruimte. Kan mooi een student in wonen.