Wat zijn de toezichtstaken van de FIOD-ECD?

De FIOD-ECD houdt vooral toezicht op situaties van (vermeende) fraude of belastingontduiking. Wanneer de Belastingdienst fraude vermoedt, wordt de zaak in beginsel voorgelegd aan de FIOD-ECD. Fraude is overigens niet een zelfstandig delict, het is niet een begrip dat als strafbepaling in het wetboek van Strafrecht voorkomt. Het gaat veelal om valsheid in geschrifte, oplichting et cetera, gemakshalve onder de noemer fraude samengevat. De FIOD-ECD beoordeelt of er inderdaad sprake is van een fraudezaak.
Het uiteindelijke resultaat van het onderzoek wordt vastgelegd in een proces-verbaal. Is sprake van een redelijk vermoeden van schuld dan kan de FIOD-ECD de zaak aan het openbaar ministerie voorleggen met het oog op een (strafvorderlijk) opsporingsonderzoek. Dat kan leiden tot afdoening van de zaak via sepot of anderszins, maar in de meeste gevallen leidt het tot transactie (schikking) of tot dagvaarding. Een alternatief voor het traject van dagvaarding is een bestuursrechtelijke afdoening van de zaak. In dat laatste geval zal de Belastingdienst aan de betrokkene(n) een boete oplegt.
De FIOD-ECD doet ook onderzoek op het terrein van economische ordening en financiële integriteit, bijvoorbeeld in het kader van subsidietrajecten (onder meer voor de ministeries van VROM, EZ en bestuursorganen als RVO). Ook houdt zij toezicht op goederenbewegingen, alsook activiteiten in het kader van faillissementsfraude, anti-witwaswetgeving en de Wet tarieven gezondheidszorg. Bovendien houdt de FIOD-ECD geldstromen in de gaten die mogelijk gerelateerd zijn aan georganiseerde criminaliteit of terrorisme.

*) Agentschap NL en Dienst Regelingen zijn per 1 januari 2014 gefuseerd tot een nieuwe organisatie: Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).