Wat zijn de Mifid-eisen bij de huidige Europese paspoorten voor instellingen?
Door de Mifid is bepaald dat afgegeven Europese paspoorten komen te vervallen op 1 november 2007. Dit betekent dat als een lidstaat de Mifid niet heeft geïmplementeerd op deze datum, geen gebruik kan worden gemaakt van een Europees paspoort dat onder de MiFID is afgegeven, en dus dat geen grensoverschrijdende beleggingsdiensten kunnen worden verleend. Omdat Nederland op tijd is, ondervinden Nederlandse beleggingsonderneming hiervan geen enkele hinder.
Voor lidstaten die niet tijdig de Mifid hebben geïmplementeerd, is gesproken over de gevolgen van te late implementatie.
Op 22 oktober 2007 is een Europese verklaring afgegeven waarin is opgenomen dat zo min mogelijk beperkingen worden opgelegd aan het grensoverschrijdende verkeer en de continuïteit van de bestaande paspoorten zoveel mogelijk in stand blijft. Voorwaarde voor continuïteit van het paspoort voor instellingen uit te late implementatie-landen is de vergelijkbaarheid van de nationale regels met de vergunningeisen, zoals deze in de Mifid zijn opgenomen. Bovendien dienen deze instellingen bij het verlenen van diensten in andere lidstaten te voldoen aan een aantal additionele voorwaarden. Zo dienen bijkantoren te voldoen aan de regels van het land van ontvangst op het gebied van onder meer 'best execution', verbonden agenten, transactie rapportage, systematische internalisatie, post-trade transparantie en de gedragsregels. Bij grensoverschrijdende dienstverlening dient de instelling te voldoen aan de regels van het land van herkomst die vergelijkbaar dienen te zijn met eisen onder de Mifid of CESR-standaarden. Dit laat onverlet dat de bevoegde autoriteit van het land van ontvangst maatregelen kan nemen zoals het vestigen van de aandacht van de toezichthouder uit het land van herkomst op gedragingen in strijd met de regelgeving tot uiteindelijk het zelf nemen van toepasselijke maatregelen.
Voor lidstaten die niet tijdig de Mifid hebben geïmplementeerd, is gesproken over de gevolgen van te late implementatie.
Op 22 oktober 2007 is een Europese verklaring afgegeven waarin is opgenomen dat zo min mogelijk beperkingen worden opgelegd aan het grensoverschrijdende verkeer en de continuïteit van de bestaande paspoorten zoveel mogelijk in stand blijft. Voorwaarde voor continuïteit van het paspoort voor instellingen uit te late implementatie-landen is de vergelijkbaarheid van de nationale regels met de vergunningeisen, zoals deze in de Mifid zijn opgenomen. Bovendien dienen deze instellingen bij het verlenen van diensten in andere lidstaten te voldoen aan een aantal additionele voorwaarden. Zo dienen bijkantoren te voldoen aan de regels van het land van ontvangst op het gebied van onder meer 'best execution', verbonden agenten, transactie rapportage, systematische internalisatie, post-trade transparantie en de gedragsregels. Bij grensoverschrijdende dienstverlening dient de instelling te voldoen aan de regels van het land van herkomst die vergelijkbaar dienen te zijn met eisen onder de Mifid of CESR-standaarden. Dit laat onverlet dat de bevoegde autoriteit van het land van ontvangst maatregelen kan nemen zoals het vestigen van de aandacht van de toezichthouder uit het land van herkomst op gedragingen in strijd met de regelgeving tot uiteindelijk het zelf nemen van toepasselijke maatregelen.
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 202 vragen en antwoorden over Toezichthouders.