Welke manager is geschikt voor een buitenlandse vestiging?

Een van de meest voorkomende spanningsvelden in verband met internationalisering ligt bij het management van buitenlandse vestigingen. Het is niet de nationaliteit en de deskundigheid van de manager die daarbij ter discussie worden gesteld, maar het complete managersprofiel met de persoonlijke, sociale, financiële en fiscale implicaties.
In de beginfase van het internationaliserende bedrijf hebben de buitenlandse managers meestal de nationaliteit van het basisland van de onderneming. In een verder stadium komen buitenlanders van de meest succesvolle activiteiten buitenshuis geleidelijk op de voorgrond. In de multinationale onderneming zullen burgers uit derde landen in het management van de hoofdkwartieren en de buitenlandse deelnemingen vertegenwoordigd zijn. Uiteindelijk komt dan een pool van managers met meerdere nationaliteiten tot stand. De nationaliteit van de manager zal dikwijls een van de kritische succesfactoren zijn in markten met andere cultuurpatronen dan de onze. De vraag van bijzonderheden komt dan op de voorgrond.
Drie mogelijkheden als bronnen voor het buitenlands managementpotentieel zijn:

• de expatriates, namelijk managers met de nationaliteit van het basisland die door de onderneming als manager naar het buitenland worden gezonden;
• managers van derde landen, van wie het vaderland noch het basisland van de multinationale onderneming is, noch die van het gastland;
• lokaal management, d.w.z. ondernemingsmedewerkers uit het gastland met de nationaliteit van het gastland.