Wat is zijn de verschillen tussen een AEO-certificaat en een AEO-vergunning?

Tot 1 mei 2016 bestond er een stelsel van AEO-certificaten met een soortgelijke werking en status. Inmiddels is de certificaat veranderd in 'vergunning'. Er wordt meer nadruk gelegd op het voorkomen, opsporen en herstellen van fouten en het voorkomen van onrechtmatige of frauduleuze transacties. Zo moet de aanvrager de Douane informeren als er problemen zijn bij het naleven van de vergunning. Ook zijn er een aantal aanvullende eisen ten opzichte van de certificaten. De aanvrager in de afgelopen 3 jaar de douane-en belastingvoorschriften niet ernstig of herhaaldelijk hebben overtreden en mag deze geen strafblad hebben met zware misdrijven die verband houden met de economische activiteit van de aanvrager. De aanvrager mag niet verwikkeld zijn in een faillissementsprocedure. Ook moet de aanvrager kunnen aangeven waar de goederen zich bevinden. De aanvrager of de persoon die verantwoordelijk is voor douanezaken moet minimaal 3 jaar praktijkervaring of kwalificaties hebben die rechtstreeks samenhangen met de douaneactiviteiten van het bedrijf. De aanvrager kan een natuurlijk persoon zijn of een rechtspersoon, bijvoorbeeld een bv. De verantwoordelijke persoon is iemand in dienst van het bedrijf die verantwoordelijk is voor douanezaken. Een voorbeeld van praktijkervaring is als een bedrijf al meer dan 3 jaar douaneactiviteiten uitoefent. Of al meer dan 3 jaar een douanevergunning heeft. Een persoon die verantwoordelijk is voor douanezaken kan ervaring aantonen met een cv, een werkgeversverklaring of vermelding van zijn naam in aangiften en correspondentie.
Is een AEO-vergunning vóór 1 mei 2016 afgegeven, dan wordt deze opnieuw beoordeeld en vervangen door een nieuwe vergunning. Voor AEO-vergunningen die in werking treden na 1 mei 2016 is de Self-Assessment Questionnaire (SAQ) verplicht. Bestaande vergunningen blijven geldig tot uiterlijk 1 mei 2019 of het moment dat een nieuwe vergunning is afgegeven.