Wat moet de werknemer doen bij werktijdverkorting?

De werknemer hoeft zelf niets te doen in de eerste 6 weken van de werktijdverkorting. De werkgever blijft zelf het loon doorbetalen. In de meeste gevallen merkt de werknemer qua loonbetaling niets van de werktijdverkorting. Alleen als in de cao of arbeidsovereenkomst andere afspraken staan, kan een lager loon worden betaald in deze periode. De bijzondere WW-uitkering wordt betaald aan de werkgever, niet aan de werknemer. Ook blijft de werknemer in dienst en hoeft hij niet te solliciteren. U kunt wel van de werknemer eisen dat zij bijvoorbeeld scholing volgen in deze periode. De werknemer hoeft zich ook (nog) niet in te schrijven bij het UWV, al is dat wel raadzaam.
In de eerste periode van werktijdverkorting is een werknemer niet verplicht zich voor ander werk bij UWV in te schrijven. Hij kan hier wel toe verplicht zijn op het moment dat u een verlenging. Als er een verlenging van de werktijdverkorting wordt gegeven én de werknemer voor de volledige werktijd een WW-uitkering ontvangt, moet de werknemer op zoek naar een (tijdelijke) baan bij een andere werkgever. Uiterlijk op de tweede dag na de verlening van de verlengingsvergunning moet de werknemer ingeschreven staan bij UWV.