Hoe wordt een stichting opgericht?

Een stichting moet worden opgericht bij notariële akte (art. 286 lid 1 BW:2). Dat kan:

1. Bij openbaar testament (na overlijden persoon); of
2. Door een of meer (natuurlijke) personen, dan wel rechtspersonen

De statuten van de stichting moeten in de Nederlandse taal worden opgesteld (art. 286 lid 2 BW: 2), en bevatten minimaal:

• De naam van de stichting met het woord stichting als deel van die naam;
• Het doel van de stichting;
• De wijze van benoeming en ontslag van bestuurders;
• De gemeente in Nederland waar zij haar zetel heeft; en
• De bestemming van het overschot na vereffening van de stichting in geval van ontbinding, of de wijze waarop de bestemming zal worden vastgesteld.

De notaris draagt er zorg voor dat de statuten deze genoemde aspecten bevatten. Bij verzuim is hij persoonlijk aansprakelijk ten opzichte van degenen voor wie de akte is opgemaakt, die daardoor schade hebben geleden (art. 286 lid 5 BW:2). De oprichters moeten zich identificeren door middel van het tonen van een paspoort, identiteitskaart of rijbewijs.