Waarop wordt de oppositie beoordeeld?
De inhoudelijke argumenten in een oppositie hebben vooral betrekking op de vergelijking van de merken van beide partijen en de waren en diensten, waarvoor deze zijn aangevraagd. Een paar vuistregels voor de vergelijking zijn:
- Merken hoeven niet identiek te zijn om verwarrend te kunnen overeenstemmen;
- Er wordt gekeken naar de visuele, fonetische en conceptuele aspecten van de merken;
- Zwakke merken, hebben beperkte bescherming;
- De dominante bestanddelen van de merken in kwestie wegen het zwaarst;
- Woordbestanddelen prevaleren meestal boven de grafische elementen, tenzij het een beschrijvend woord betreft;
- Er wordt niet gekeken naar de merken zoals die worden gebruikt: alleen de merken zoals gedeponeerd spelen een rol;
- Alleen bij een beroep op bekendheid van een merk en als gebruik moet worden aangetoond, spelen feitelijke bewijzen een rol;
- Sterk onderscheidende merken (zoals niet-beschrijvende fantasienamen) genieten een ruime bescherming. De soortgelijkheid van de waren en diensten wordt dan eerder aangenomen. Zwak onderscheidende, beschrijvende merken genieten minder bescherming. Voor een geslaagde oppositie is in dat geval sterke verwantschap tussen de producten vereist.
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 133 vragen en antwoorden over Merken en handelsnamen.