Zijn de betalingsproblemen van euro-landen als gevolg van de economische crisis een bedreiging voor de euro?

Door de grootscheepse steunmaatregelen van regeringen als gevolg van de kredietcrisis kampt de gehele eurozone met forse begrotingstekorten, waardoor landen ver achterlopen op de grens van maximaal 3%. Toenemende zorgen over Griekenland, Ierland, Portugal en Spanje, en over de internationale wisselkoerspolitiek, zorgen voor onrust op de financiële markten, waar de aandelenkoersen en de euro fors daalden. De koers van de euro kelderde ruim 7% toen bekend werd dat het Griekse begrotingstekort (na gesjoemel met statistieken) feitelijk maar liefts 16% bleek te zijn.
Om de euro te beschermen hebben de EU en het IMF in 2010 een steunfonds van €750 miljard in het leven geroepen, van waaruit Griekenland, Portugal en Ierland forse leningen hebben kunnen betrekken. In 2012 werd dit fonds opgehoogd tot 1 biljard euro. De onrust blijft echter de financiële markten beheersen, vooral onder dreiging van een mogelijk faillissement van Griekenland.