Hoe werkt de “APV-methode” in de praktijk?
Stel dat een onderneming ieder jaar een vaste vrije geldstroom genereert van € 80. De kostenvoet van het eigen vermogen, voor een onderneming die geheel met eigen vermogen is gefinancierd (unlevered), bedraagt 12 procent. De waarde van de onderneming bedraagt dan: 80/0,12 = 666,67.
Verder is gegeven dat de onderneming gedurende jaren 3, 4 en 5 mede gefinancierd zal zijn door een lening van € 300. De rente bedraagt 8 procent per jaar en het tarief van de vennootschapsbelasting wordt gesteld op 30%. De lening wordt per ultimo jaar 5 in zijn geheel afgelost.
Gedurende de jaren 3, 4 en 5 zal nu € 24 aan rente worden betaald. De betaalde rente leidt tot een verlaging van de vennootschapsbelasting van
€ 7,20 (taxshield). De waarde van het taxshield is als volgt te becijferen:
De waarde van de onderneming bedraagt dan: 666,67 + 13,79 = 680,45.
De waarde van de onderneming (alsof geheel met eigen vermogen gefinancierd) wordt vermeerderd met de waarde van het taxshield.
Verder is gegeven dat de onderneming gedurende jaren 3, 4 en 5 mede gefinancierd zal zijn door een lening van € 300. De rente bedraagt 8 procent per jaar en het tarief van de vennootschapsbelasting wordt gesteld op 30%. De lening wordt per ultimo jaar 5 in zijn geheel afgelost.
Gedurende de jaren 3, 4 en 5 zal nu € 24 aan rente worden betaald. De betaalde rente leidt tot een verlaging van de vennootschapsbelasting van
€ 7,20 (taxshield). De waarde van het taxshield is als volgt te becijferen:
De waarde van de onderneming bedraagt dan: 666,67 + 13,79 = 680,45.
De waarde van de onderneming (alsof geheel met eigen vermogen gefinancierd) wordt vermeerderd met de waarde van het taxshield.
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 193 vragen en antwoorden over Waardebepaling bedrijven.