Uit welke soorten tegemoetkomingen bestaat Wtl?
De Wtl bestaat uit drie soorten tegemoetkomingen voor werkgevers:
- Lage-inkomensvoordeel (LIV) - Het LIV is een tegemoetkoming in de loonkosten voor werkgevers die werknemers in dienst hebben met een laag loon. Om voor een werknemer het lage-inkomensvoordeel (LIV) te krijgen, moet een werkgever ervoor zorgen dat het uurloon van de werknemer gemiddeld over het hele kalenderjaar minimaal 100% en maximaal 125% van het wettelijk minimumloon is. Dat betekent dat een werkgever in 2022 LIV krijgt voor werknemers die minimaal € 10,73 en maximaal € 13,43 per uur verdienen. De tegemoetkoming bedraagt € 0,49 per verloond uur en kent een bovengrens van € 960 per werknemer per jaar;
- Tegemoetkoming verhoging minimumjeugdloon (ook wel jeugd-LIV genoemd) - Het jeugd-LIV is een tegemoetkoming in de loonkosten voor werkgevers die jongere werknemers (van 18 tot en met 20 jaar) in dienst nemen en houden. Met het jeugd-LIV worden werkgevers gecompenseerd voor de verhoging van het minimumjeugdloon. De uurloongrenzen voor het jeugd-LIV worden pas bekendgemaakt in de rekenregels per 1 juli 2022. De uurloongrenzen van het jeugd-LIV worden namelijk afgeleid van het minimumloon over het hele kalenderjaar 2022 en worden daarom pas vastgesteld zodra het wettelijk minimumloon per 1 juli 2022 bekend is;
- Loonkostenvoordeel (LKV) - Het LKV is een tegemoetkoming voor werkgevers die oudere werknemers en werknemers met een beperking door ziekte of handicap in dienst nemen.
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 75 vragen en antwoorden over Wet tegemoetkoming loondomein (Wtl).