Hoe vindt de overgang plaats van lopende premiekorting naar LKV?
Als de werkgever in een kalenderjaar gebruik maakte van de premiekorting oudere of arbeidsgehandicapte werknemer, dan heeft hij vanaf 1 januari van het jaar erop recht op 1 van de 4 loonkostenvoordelen, voor de resterende periode dat hij nog recht zou hebben op de premiekorting. De resterende periode is de maximale duur van de premiekorting (dus 1 of 3 jaar) minus de tijd tussen het begin van de dienstbetrekking en 1 januari. Het maakt niet uit of in die tijd de premiekorting een tijd niet is toegepast.
Voorbeeld: Voor een werknemer die op 1 juli 2018 in dienst is gekomen, past de werkgever sinds 1 augustus 2018 de premiekorting oudere werknemer toe. In mei en juni 2020 heeft deze werknemer onbetaald verlof. De werkgever heeft maximaal 3 jaar recht op de premiekorting. De tijd tussen het begin van de dienstbetrekking en 1 januari 2021 is 2 jaar en 6 maanden. Met ingang van 1 januari 2021 heeft de werkgever nog 6 maanden recht op een loonkostenvoordeel, tot 1 juli 2021.
Om in aanmerking te komen voor de nieuwe loonkostenvoordelen, moet de werkgever wel aan deze 3 voorwaarden voldoen:
Voorbeeld: Voor een werknemer die op 1 juli 2018 in dienst is gekomen, past de werkgever sinds 1 augustus 2018 de premiekorting oudere werknemer toe. In mei en juni 2020 heeft deze werknemer onbetaald verlof. De werkgever heeft maximaal 3 jaar recht op de premiekorting. De tijd tussen het begin van de dienstbetrekking en 1 januari 2021 is 2 jaar en 6 maanden. Met ingang van 1 januari 2021 heeft de werkgever nog 6 maanden recht op een loonkostenvoordeel, tot 1 juli 2021.
Om in aanmerking te komen voor de nieuwe loonkostenvoordelen, moet de werkgever wel aan deze 3 voorwaarden voldoen:
- De werkgever geeft in de aangifte over het laatste aangiftetijdvak van 2020 aan dat hij voor een werknemer de premiekorting oudere werknemer of arbeidsgehandicapte werknemer toepast. Vergeet hij dat of kan hij dat nog niet doen omdat de werknemer bijvoorbeeld net in dienst is en hij nog geen doelgroepverklaring voor de premiekorting oudere werknemer heeft? Dan moet de werkgever dat uiterlijk op 1 mei 2021 corrigeren;
- De werkgever vult in deze aangifte ook het bedrag aan premiekorting in waar hij recht op heeft. Vergeet hij dat of kan hij dat nog niet doen, dan moet hij dat uiterlijk op 1 mei 2018 corrigeren;
- De werkgever geeft in de aangiften over 2021 aan dat hij één of meer loonkostenvoordelen voor deze werknemer wil aanvragen. Hij vraagt voor de werknemer de loonkostenvoordelen aan die overeenkomen met de premiekortingen waarop hij voor hem recht had in het laatste aangiftetijdvak van 2020. UWV beoordeelt op basis van onder andere de Polisadministratie voor welke werknemers de werkgever recht heeft op een loonkostenvoordeel.
- De premiekorting jongere werknemer is vervallen per 1 januari 2018;
- Voor werknemers die vallen onder de overgangsregeling, heeft de werkgever voor het aanvragen van het LKV geen doelgroepverklaring nodig;
- Voor het toepassen van de premiekorting oudere werknemer heeft de werkgever wel gewoon een doelgroepverklaring nodig.
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 75 vragen en antwoorden over Wet tegemoetkoming loondomein (Wtl).