Zijn er uitzonderingen op de 5%-eis?
Er is sprake van een deelneming als de moedermaatschappij ten minste 5% houdt in een vennootschap waarvan het kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld. Hierop gelden een aantal uitzonderingen. Door bijvoorbeeld de meetrek- en meesleepregelingen kunnen belangen die kleiner zijn dan 5% toch deelnemingen zijn. En als deelneming kunnen ook belangen in lichamen waarvan het kapitaal niet in aandelen is verdeeld worden aangemerkt. En ook belangen kleiner dan 5% in EU-vennootschappen kunnen onder voorwaarden als deelneming worden gezien.
Worden aandelen aangehouden als belegging, dan gelden voor deze belangen andere regels. De deelnemingsvrijstelling is namelijk wel van toepassing op kwalificerende beleggingsdeelnemingen, maar niet op niet-kwalificerende beleggingsdeelnemingen. Er is sprake van een kwalificerende beleggingsdeelneming als de deelneming onderworpen is aan een winstbelasting die aansluit bij het Nederlandse tarief (onderworpenheidstoets, tarief minstens 10%), of als de bezittingen van de deelneming bestaan (on)middellijk voor minder dan de helft uit laagbelaste vrije beleggingen (bezittingentoets).
Worden aandelen aangehouden als belegging, dan gelden voor deze belangen andere regels. De deelnemingsvrijstelling is namelijk wel van toepassing op kwalificerende beleggingsdeelnemingen, maar niet op niet-kwalificerende beleggingsdeelnemingen. Er is sprake van een kwalificerende beleggingsdeelneming als de deelneming onderworpen is aan een winstbelasting die aansluit bij het Nederlandse tarief (onderworpenheidstoets, tarief minstens 10%), of als de bezittingen van de deelneming bestaan (on)middellijk voor minder dan de helft uit laagbelaste vrije beleggingen (bezittingentoets).
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 283 vragen en antwoorden over Vennootschapsbelasting.