Wat moeten bedrijven doen om aan de regels van Brzo 2015 te voldoen?
De belangrijkste wijzigingen in het Besluit risico zware ongevallen (Brzo) 2015 hebben betrekking op de kennisgeving, het veiligheidsrapport en de stoffenlijst.
- Kennisgeving: - Bedrijven moesten uiterlijk 8 juli 2016 een nieuwe kennisgeving indienen met daarin de lijst met gevaarlijke stoffen, gebaseerd op de indeling volgens CLP-verordening. In deze kennisgeving moet ook informatie staan over de onmiddellijke omgeving van het bedrijf en de factoren die een zwaar ongeval kunnen veroorzaken of de gevolgen daarvan kunnen verergeren. Voor hogedrempelinrichtingen geldt dat zij ook het groepsrisico en plaatsgebonden risico in de kennisgeving moeten opnemen. Uitzondering: als zij dit al eerder op grond van andere regelgeving of bepalingen aan het bevoegd gezag hebben toegestuurd. De eisen over de kennisgeving zijn terug te vinden in artikel 6 van het Brzo 2015.
- Actuele stoffenlijst - De eisen aan de actuele stoffenlijst staan in artikel 18 van het Rrzo. Op deze lijst moeten de bij het bedrijf aanwezige stoffen en mengsels staan die worden vermeld in deel 1 en 2 van bijlage I van Seveso III. Ook de stoffen die op basis van aard en hoeveelheid een risico vormen, horen op de lijst thuis.
- Veiligheidsrapport - Vóór 1 juni 2016 moesten bedrijven de gewijzigde delen van het veiligheidsrapport indienen. De eisen aan het veiligheidsrapport staan in artikel 13 van het Brzo 2015 en in bijlage II van Seveso III. De gewijzigde delen gaan over de beschrijving van externe en natuurlijke oorzaken van een zwaar ongeval, zoals een overstroming of aardbeving, en domino-effecten. Ook moet de lijst van gevaarlijke stoffen zijn toegevoegd. Ook moet er een evaluatie worden gemaakt van ongevallen en incidenten uit het verleden, met de lessen die het bedrijf hieruit heeft getrokken. Een andere belangrijke wijziging is een beschrijving van de aangepaste VBS-elementen.
Pro-abonnees downloaden gratis het Ebook met 41 vragen en antwoorden over ARBO: Gevaarlijke stoffen.