Hoe kijken we als organisatie zelf aan tegen de eigen performance en het eigen functioneren. En wat blijkt? Weinig flexibel en weinig daadkrachtig. Dat vinden Nederlandse bedrijven van zichzelf. Als het gaat om hun eigen verander- en aanpassingsvermogen.
De meest voorkomende problemen waar organisaties mee worstelen, zijn:
- een onvoldoende doorvertaling van de strategie in de organisatie,
- het tekortschieten van de veranderkracht op veel fronten (verandermoe),
- een onvoldoende mate van transparantie in de procesketen en de inflexibiliteit van processen en structuur (eilandjescultuur),
- de manier waarop Human Resource Management de uitdaging oppakt om aansluiting te maken op een competitieve omgeving en op individuele behoeften van medewerkers.
Kort gesteld, het aanpassingsvermogen van...
Dus wat meer gezond verstand terug in organisaties. Geen macht meer bij ondersteunende staf zoals Finance, HR en IT.
Er moet dus wee onderscheid komen tussen doel en middel. Dit gaat er dan uiteindelijk ook weer toe leiden dat er in organisaties meer leiders en minder managers rondlopen.
Wat ontbreekt er.
Om onderaan te beginnen: de inhoudelijke delegatie naar de werkvloer loopt stuk omdat de uitleg niet aansluit op hun expertise. En die is in de meeste gevallen niet misselijk. Alleen worden ze nooit betrokken bij de aanschaf en de fijntuning van de software. Dit komt gedeeltelijk omdat ze gewoon dom worden gehouden: een verkoper hoeft niet te weten wat er op een product verdient wordt en het middelmanagement brandt zijn vingers niet aan de administratieve organisatie. Hoe wordt dit dan toch geregeld: alle suggesties moeten komen van de softwareleverancier. In dit opzicht zijn de meeste leveranciers overvraagd of houden vast aan hun zelf opgesteld model.
Het middelmanagent heeft maar arbitraire kennis over het effectief meten van voortgang EN kan het resultaat niet doorvertalen naar de strategie.
De top realiseert zich onvoldoende dat doorvragen moet, en dat de inhoud van het gewenste managementrapport in hoge mate van hun eigen business intelligence afhankelijk is. Geen onduidelijke opdrachten dus maar constant schaven. Het middelmanagement moet voor aansturing de gang naar canossa maken: de werkvloer op en maandelijks het resultaat tegen de gedetailleerde strategie aanhouden en alle problemen blijven oplossen tot 70 % gewoon gedelegeerd kan worden en blijven. Want het antwoord op een goed lopende organisatie is gewoon: delegatie.