Sturen op eigen verantwoordelijkheden

Cover stories · Cases

Haagse beleidsmakers kunnen effectiever zijn als zij in cocreatie mét hun doelgroep beleid concretiseren. Om daarmee als overheid – naast het traditionele instrumentarium als ‘wet’ en ‘budget’ – middels het 'sturen op eigen verantwoordelijkheid' belangrijke vraagstukken aan te pakken.

Naadloos passend in het aloude adagium van ‘zorgen vóór’ naar ‘zorgen dát’. Gebaseerd op de ervaring dat ‘willen’ effectiever is dan ‘moeten’. Om zo óók te kunnen inspelen op thema’s als verduurzaming en arbeidsmarkt.

In deze casus laten we zien hoe je door een appèl te doen op de verantwoordelijkheid van werkgevers (goed voor 40% van alle kilometers) je tegelijkertijd kunt werken aan minder uitstoot, minder files én minder incidenten. Maar óók aan minder stress, minder kosten en minder verliesuren.

Een van de drukste wegenverkeersnetten ter wereld

Ons land heeft de twijfelachtige eer om een van de drukste wegenverkeersnetten ter wereld te hebben. Met 9,4 miljoen auto’s, 1 miljoen bestelwagens, 150.000 vrachtwagens en 3 miljoen e-bikes. Waarbij die drukte ook alsmaar toeneemt. Ondanks het feit dat op het vlak van verkeersveiligheid flinke stappen zijn gezet, waren er in 2023 toch 684 dodelijke ongelukken te betreuren. En dan hebben we het niet over de bijna-ongelukken veiligheidspiramide: daarbij staat één dodelijk slachtoffer gelijk aan 30 ongelukken met zwaar letsel, 300 ongelukken met letsel, 3.000 lichtere ongevallen en bijna-ongevallen en 30.000 risicovolle handelingen die tot een ongeval zouden kunnen leiden. Dagelijks dus dik 56.000 onveilige situaties die kunnen leiden tot ernstige incidenten. Kortom: een enorme uitdaging om dit risico terug te dringen.

Van groot belang is om met die wetenschap in de zoemen op de doelgroep ‘werkgevers’. Wetende dat ons land meer dan 1 miljoen werkgevers kent die goed zijn voor meer dan 40% van alle gereden kilometers. Immers: het zijn hún mensen die iedere avond ook weer veilig thuis moeten komen.

Begin bij het begin!

Inspelen op eigen verantwoordelijkheid begint met elkaar serieus te nemen. Door goed naar elkaar te luisteren. Waar hebben werkgevers last van en wat is dan een slimme manier om dat dat vraagstuk met elkaar aan te pakken.

De eerste stap die we als ministerie van IenW vanuit het programma MONO-zakelijk hebben gezet is de organisatie van een 24uurs cocreatiesessie.

De 24uurs cocreatiesessie

Met ca 50 vertegenwoordigers uit de doelgroep: werkgevers en hun brancheorganisaties uit segmenten zoals bouw en installatie, transport en logistiek en zakelijke dienstverleners én intermediaire partijen die actief zijn in dit veld (ANWB, VVN, Teamalert, maar ook vertegenwoordigers van verzekeraars, leasemaatschappijen en software/data).

Start 17u met plenaire sessie tot ca 20.30u; dán netwerkdiner; volgende ochtend, na ochtendgymnastiek, start programma om 9u met afwisselend workshops en plenaire terugkoppeling; afsluiting rond 16.30u waarin oogst wordt gepresenteerd aan minister en enkele relevante bovenbazen.

Gebaseerd op een snelkookpan-methode, waarin je mét elkaar werkt aan een gemeenschappelijke visie, en óók aan de concretisering van de aanpak. Tegelijkertijd investeerden we ook in netwerken – bijvoorbeeld middels het netwerkdiner.

Resulterend in een gave 'brownpaper' met daarin de oogst van die 24u sessie. Dit presenteerden we aan onze minister en een aantal hotemetoten. Om zó het vraagstuk aan te vliegen.

Alles in de geest van Dom Hélder Câmara: ‘wanneer iemand in zijn eentje droomt is het slechts een droom, als velen een gemeenschappelijke droom hebben is dat het begin van een nieuwe werkelijkheid’.

Inspelen op hún behoeftes. Toepassingsgericht.

Met de oogst van de 24u cocreatiesessie waren we ‘on track’. Oók omdat daar afspraken waren gemaakt over hoe onze partners het mét ons zouden gaan oppakken. Vanuit een community -gedachte: vóór en dóór!

Door het verder inzoemen op de behoeftes van werkgevers konden  we beter inspelen op interessante toepassingen. Met zichtbare synergie tussen verduurzaming, bereikbaarheid en verkeersveiligheid. Bekende voorbeelden zijn ‘werken doe je thuis, samenwerken doe je op kantoor’. Of thuis eerst de mail checken om dan na de spits pas te gaan reizen. Of het vergroten van het aantal regionale steunpunten ter voorkoming van onnodige reisbewegingen.

Belangrijk is om te kijken naar toepassingen die niet alleen effect hebben op minder uitstoot, minder files of minder incidenten, maar óók op zaken als vitaliteit, werkplezier en efficiency. Voorbeelden zijn het werken met heldere doelen op het vlak van incidenten en verduurzaming (BAM, Strukton), ‘fiets tenzij’ voor woon-werkverkeer tot 15km (KPN, ANWB), kantoorreserveringssystemen om de di/do-piek af te vlakken (Deloitte, Belastingdienst), implementatie van het Vlaamse STOMP-model[1] (Vervoersregio Amsterdam, gemeente Utrecht, Goudappel) of alle kantoorlocaties geïntegreerd met OV (BDO, VodafoneZiggo). Waarmee bewust mobiliteitsbeleid wordt gepositioneerd op de alsmaar krapper wordende arbeidsmarkt.

Interventie: kwantificeer de toekomstige waarde

Een valuecase (brede welvaart) is een deftige benadering voor een businesscase op maatschappelijk niveau. Daar waar het bij een businesscase gaat om de vraag ‘what is in it for me’, geeft een valuecase helderheid op de vraag ‘what is in it for us all, for the society’. Het is een bindmiddel om met elkaar in het netwerk of in de community het juiste gesprek te voeren. Over waarom je meedoet, wat je drijfveren zijn. Wat je komt halen én brengen. 
Binnen programma MONO-zakelijk hebben we met een 15-tal verzekeraars en leasemaatschappijen een valuecase geoperationaliseerd. Met als oogst het inzicht dat, als we met elkaar vol gas zouden geven, dit jaarlijks minstens €500 miljoen kan opleveren. Waarmee het vraagstuk de waarde krijgt die het verdient – inclusief de bijbehorende prioriteit.

Leidende principes

Voor de opzet van dit programma hebben we gebruik gemaakt van aantal leidende principes:

  • Opgave centraal: zowel aanbieders als vragers werken met elkaar samen.
  • 'Willen versus moeten': geen machtsdwang door het als een ‘Haagse dominee’ voor te schrijven, maar door een appèl te doen op hun intrinsieke motivatie.
  • Wederkerigheid: de beste driver voor samenwerking is eigen belang, maar wel vanuit een gemeenschappelijk hoger doel.
  • Sturen zonder macht: relaties tussen partijen zijn gebaseerd op gelijkwaardige samenwerking.
  • Voor iedereen is plaats op het podium: 'it’s amazing what you can accomplish if you don’t care who gets the credits.'

Een helder en realistisch hoger doel

Om een beeld te krijgen waar werkgevers stonden met de toepassing van bewust mobiliteitsbeleid is een paar keer een professionele meting uitgevoerd. Op een aselecte groep van werkgevers. En dat resulteerde bij de 0-meting in een berg aan data met als rode draad: 1/3 van alle werkgevers maakt actief werk van bewust mobiliteitsbeleid. We hebben onze toenmalige minister geadviseerd om werkgevers in Nederland op te roepen om ‘voor het einde van deze Kabinetsperiode in 2025 dat getal te verdubbelen’. Van 1/3 naar 2/3 dus én binnen een afzienbare horizon. Dát bleek achteraf een gouden greep. Dat hogere doel hebben we frequent slim kunnen inzetten, ook omdat het geen vaag 2050-vergezicht betrof.

Communicatiestrategie: verleiden!

Een belangrijk fundament onder het programma MONO-zakelijk is het toegankelijk maken van inspirerende 'bestpractices'. Waarbij we met de ‘pet in de hand’ op pad zijn gegaan. Op zoek naar gave casuïstiek met aantoonbare resultaten. Antwoord gevend op de ‘hoe-vraag’. In totaal hebben we meer dan 250 bestpractices toegankelijk gemaakt – allemaal via onze website en LinkedIn én uiteraard via de kanalen van de geïnterviewde partij. Waar we ook mee hebben geëxperimenteerd is de inzet van ambassadeurs, bijvoorbeeld de bekende Dakar-coureur Tim Coronel.

Inspirerende bestpractice

Een prachtig voorbeeld is Picnic. Met 2.500 elektrische boodschappenwagentjes een bekende in ons dagelijks straatbeeld. Zij zorgen ervoor, aan de hand van data én gamification, dat hun runners bewust op weg gaan. Gebaseerd op het principe dat veiligheid start bij het hebben van de juiste data. Want als je efficiënt wilt bezorgen, moet je professioneel plannen. Door het verrijken van de data, verbeter je het proces. Zo completeerde zij de data voor bezorging met veiligheidsdata: welke rotondes zijn onoverzichtelijk omdat er vaak hard wordt geremd? Waar wordt door onze runners net iets te hard opgetrokken of een bocht te snel genomen? En als je die data hebt, dan is het de kunst om de runners direct feedback te geven. Niet na zes weken, maar meteen. Zodra de rit voorbij is kan de bezorger via de ontwikkelde drivercoach zien wat het rijgedrag was. En dat gedrag wordt beloond: scoort een team gedurende een maand boven een 8, dan worden zij beloond met een award, bijvoorbeeld in de vorm van een tafeltennistafel voor hun hub. Kwestie van positieve aandacht geven aan het juiste gedrag.

De resultaten zijn werkelijk spectaculair: met deze software is het aantal schadegevallen met meer dan 80% teruggelopen.

Hoe nu verder?

Een programma heeft altijd een tijdelijk karakter. Daarom  markeren we een punt in november 2025 in de vorm van een ‘invitational conference’ om dan met alle partijen de oogst te verzilveren én tegelijkertijd een nieuw gedragen ambitie richting 2030 te presenteren. Om, gericht op continuïteit, het stokje door te geven aan alle partijen die op dit vlak actief zijn. Met een coördinerende rol voor IenW waarin bestpractices een schitterende voedingsbodem vormen voor toekomstig beleid.

Conclusies

  1. Creëren van shared ownership: een programma gericht op bewust mobiliteitsbeleid voor werkgevers zet je in cocreatie op.
  2. Inspelen op behoeftes: ga in gesprek met werkgevers, speel in op hun behoeftes. En door aan te sluiten bij hun prioriteiten gaan zij er actief mee aan de slag.
  3. Geen ‘one size fits all’: dé werkgever bestaat niet. Speel in op specifieke segmenten zoals bouw/installatie, zakelijke dienstverlening, transport/logistiek, koeriers, etc.
  4. Een verleidings/overtuigingsstrategie (met gave bestpractices, waarbij we werkgevers en hun intermediairs een podium bieden) is vele malen effectiever dan het machtsdwang ‘gij-zult’ achtige.
  5. Practise what you preach: de wijze waarop het publieke domein (ca. 300.000 ambtenaren) haar voorbeeldrol vervult, kan aanzienlijk sterker. Oók gecombineerd met het afdwingen via de inkoopfunctie (jaarlijks inkoopvolume Rijk: €14mld).
  6. Van duizend bloeiende bloemen naar een samenhangend boeket: er liggen kansen om het versnipperde landschap van de mobiliteitsaanbieders te versterken qua samenspel. Om zo bijvoorbeeld een gemeenschappelijk hoger mobiliteitsdoel 2030 te concretiseren. IenW zou hierin meer leiderschap moeten tonen.
  7. Datadelen: door het breder omarmen van datadeling en monitoring rijgedrag kunnen fundamentele stappen worden zetten op vlak van verkeersveiligheid. Technisch kan dat al.

Noot
[1] Stappen (= lopen), Trappen (= fietsen), OV, MaaS (Mobility as a Service) en Privé vervoer (= eigen auto).

Download de infographics:

Meer over Projectmanagement