Experts luiden de noodklok over de ruimteclaims van stadslogistiek en de circulaire economie. Volgens scenario’s van het PBL kan een circulaire economie in 2050 wel 40% meer ruimte vragen dan onze huidige, fossiele economie.
Toch blijft de ruimtevraag vaak abstract. Ik schuif regelmatig aan bij tafels waar experts zich hierover buigen. Wat opvalt: veel modellen zijn gebaseerd op bekende kengetallen en economische aannames. Maar ze zeggen weinig over de kwaliteit van de ruimte die straks nodig is. Elk rapport zou eigenlijk een bijsluiter moeten hebben: waarop zijn deze cijfers gebaseerd?
Wat ontbreekt: een systemische benadering
Wat we missen in de discussie is het grotere plaatje. Hoe zien de logistieke en stedelijke processen er in de toekomst concreet uit? Niet alleen in 2035 of 2050, maar ook verder vooruit — richting 2070.
- Dat begint bij een visie op klantgedrag.
Gaan we anders voedsel kopen en consumeren? Kunnen we straks met AI onze warmtepomp zelf repareren? Hoe gaan consumenten en bedrijven straks om met circulariteit? Denk aan statiegeld, e-waste, kleding en meubels. Gaan we meer hergebruiken? Laten we meer repareren? Wat motiveert mensen om spullen terug te brengen? Hoe gaan we dat digitaal ondersteunen? En hoe zien de logistieke stromen eruit die daarvoor nodig zijn? - Daarna volgt de vraag: hoe organiseren we de stedelijke bevoorrading en inzameling?
Worden pakketkluizen de standaard? Hoe autoluw worden onze binnensteden echt? Bundelen verladers eindelijk hun goederenstromen? Wat betekent de opkomst van pre-fab en pre-installatie voor stadslogistiek? En welke rol gaan repairshops, ambachtscentra en inzamelaars spelen? Voor elk van deze vragen ontstaan verschillende scenario’s, elk met hun eigen ruimtelijke consequenties — in de stad, de regio én daarbuiten. - En dan is er de ‘first and middle mile’: hoe ziet de keten naar de stad eruit, en weer terug?
Waar vindt bundeling van goederen plaats — centraal of aan de rand van de stad? Circulaire stromen zijn pas relevant als er ook vraag is. Waar zit die vraag, en wat vraagt dat van de logistiek en de ruimte? De keten moet kloppen, van begin tot eind — niet alleen qua logistiek, maar ook in data en verdienmodellen.
Pas als je voor stadsgebonden segmenten als food, bouw, installatie, retail en facilitaire dienstverlening begrijpt hoe de goederenstromen verlopen en welke eisen dat stelt aan de operaties, data en energie, kun je zinnig nadenken over ruimte. Welke partijen wil je clusteren? Wat vragen de operaties van de ruimte en mobiliteit? Wat zijn de beste locaties? Is werken te combineren met wonen? Welke samenwerking is nodig tussen publieke en private partijen? En welke nieuwe diensten zorgen voor de noodzakelijke verbinding tussen partijen?
Dit zijn geen ontwerpvragen die je oplost met alleen een model of een rapport. Het zijn praktijkvragen, die vragen om samenwerking tussen disciplines, kennisinstellingen, bedrijven en overheden. Want alleen met een concreet en systemisch toekomstbeeld kunnen we nú de juiste ruimtelijke keuzes maken.
Luister vooral goed naar de bedrijven die elke dag nadenken over hun klanten in de stad. Wat hebben die ondernemers echt nodig? Gelukkig zijn er al veel initiatieven die bij deze praktijkvragen met actuele kennis kunnen helpen zoals het programma Maak Ruimte voor Werk.
Walther Ploos van Amstel.
Lees ook: Ruimte voor circulaire transitie is een onontgonnen thema in de ruimtelijke ordening
Lees ook: Samen ruimte maken voor werk
Deel uw ervaringen op ManagementSite
Wij zijn altijd op zoek naar ervaringen uit de praktijk, wat werkt wel, wat niet.
SCHRIJF MEE, word een pro! >>