Onze nieuwe Koning heeft het op de derde dinsdag in september luidt en duidelijk voorgelezen in de Ridderzaal: De regering werkt aan de omslag naar een participatiesamenleving middels hervormingen die onze publieke voorzieningen aanpassen aan de eisen van deze tijd. De klassieke verzorgingsstaat uit de tweede helft van de twintigste eeuw heeft juist op deze terreinen regelingen voortgebracht die in hun huidige vorm onhoudbaar zijn. En ook niet meer aansluiten bij de verwachtingen van mensen. In deze tijd willen mensen hun eigen keuzes maken, hun eigen leven inrichten en voor elkaar kunnen zorgen. Het past in die ontwikkeling zorg en sociale voorzieningen dicht bij mensen en in samenhang te organiseren.
Geen woord Spaans bij lijkt me zo. Hamvraag is hoe we dat gaan aanpakken. Hoe tillen we ...
Los van vastgeroeste patronen, is er ook nog de business case van participatie. Wat kost het om grote groepen, al dan niet digitaal, te mobiliseren voor participatie, wat levert het op en vaak geldt voor bestuurders ook nog nadrukkelijk de vraag, wat zijn onze (mijn!) risico's?
Dan zien we wel dat door dit soort maatschappelijke ontwikkelingen, de business case van participatie ook -helaas nog niet erg snel- aan het keren is. De kosten van participatie worden vaker in relatie tot het voorkomen van herstelkosten gebracht (geen of minder reparatie achteraf). De opbrengsten worden bij goed georganiseerde participaties, sneller gevonden en verzilverd. Tegenwoordig worden de risico's van participatie soms ook in het daglicht gezet van de risico's van niet-participatie (zeg maar, beleidsontwikkeling oude stijl).
Al met al zijn dit naar mijn ervaring, achtergronden die zeker ook bijdragen aan de gevraagde (grote) cultuuromslag, waar Dirk-Jan het over heeft.