“Er loerde in de bergen….verscheen in een grot” Zong mijn kennelijk katholiek opgevoede schoolvriendinnetje met volle overtuiging. Ik vond het wel spannend klinken, begreep er niks van, maar zo had ze het geleerd, iedereen zong dat, en dus was het zo. Ze moet “Te Lourdes op de bergen….” hebben bedoeld, begreep ik jaren later van mijn vrouw die met haar achtergrond de tekst ook kende.
Wat een mens het eerst leert, houdt het neurale systeem graag voor waar. Net als het eigen gelijk; dat stroomt het snelste door ons brein, en laat zich niet gemakkelijk opzij drukken door nieuwe feiten. Dat is niet alleen zo bij kleine kinderen maar ook bij eminente geleerden. Het is een normaal kenmerk van ons brein. Als je dat weet, kun je je veel ergernis in organisaties besparen. En het kan je helpen om ee...
Dank voor uw onderhoudende verhaal. Met uw conclusie ben ik het helemaal eens. Laten we ons open stellen naar elkaars inzichten en proberen onze aannames even op te schorten. Zo kunnen we het verhaal van de Ander echt ontvangen. Dan ontwikkelen we nieuwe inzichten en wijsheid en doen we elkaar recht aan. Ik heb een term bedacht voor deze manier van openstellen van je geest: Radicale Open Interesse (R.O.I.). (Hierover heb ik ook een TEDtalk gehouden, mocht u interesse hebben).
Daarnaast heb ik een kriebelende opmerking over uw voorbeelden met Kahneman en De Waal. U schrijft dat uw inzichten in het menselijk brein niet ontvangen werden door deze twee heren. Zou er misschien een alternatieve verklaring voor zijn? Bijvoorbeeld dat een psycholoog en een bioloog zich uitgebreid verdiept hebben in de werking van het brein (van mens en dier) en er mogelijk meer kennis over hebben dan een econoom?
Met vriendelijke groet,
Karen Walthuis
Theo van Houten
Bedankt voor deze column. Heel herkenbaar en een prachtig relevant recent en actueel voorbeeld: Maurice de Hond versus RIVM. Aanvankelijk werden zijn observaties genegeerd, tegengesproken en gebagatelliseerd, maar langzamerhand sijpelen zijn aanbevelingen toch door. Over deze casus is veel meer te zeggen maar dat laat de beperkte omvang van deze reactie niet toe. Eén observatie deel ik niet: dat Amerikaanse hoogleraren niet benaderbaar zijn. Over het algemeen is mijn ervaring dat ze juist beter benaderbaar zijn dan NL collega's.
Met hartelijke groet, Lisa van de Bunt
In het programma M zie je het vanavond ook weer. Jonge generatiedeskundige Talitha Muusse heeft heel goede inbreng maar wordt afgetroefd door de gevestigde deskundigen. Gelukkig wordt ze steeds vaker uitgenodigd dus net als het Maurice de Hond geluid begint het voorzichtig door te druppelen
Overigens heb ik zeker met Amerikaanse hoogleraren plezierige ervaringen. Als student waagde ik het John Kenneth Galbraith te schrijven over ‘The New Industrial State’ dat ik gebruikte voor mijn scriptie. ‘En, heeft hij teruggeschreven?’ vroeg de scriptiebegeleider sarcastisch. Reken maar, ik kreeg antwoord! Ben er nog trots op. En Philip Kotler heeft mij Amerikaans uitbundig geprezen in het voorwoord van het marketingboek waarin ik het breinconcept voor het eerst publiceerde. Ook een marketeer, maar toch.
Mocht je twijfelen aan mijn kennis van neuromarketing, dan kan ik “Anatomie van de Verleiding -neuromarketing toegepast’ aanbevelen. Van A tot Z gecheckt door neuroloog Dr. M.C. Visser, VU Medisch Centrum. Het boek is zelf een voorbeeld van drie totaal verschillende benaderingen, waarvan ik empirisch vaststel dat ze leiden tot overeenkomstig resultaat. Het gaat om externe reflexen van het brein (lichaamstaal), interne reflexen (bijv. neuro scans, o.a. Prof. Dr. Lamme) en het input/output-model (gedragsdata of databased marketing, mijn specialiteit). Alle drie geheel wetenschappelijk verantwoord, empirisch bewezen, en met een overzicht welke methode voor welke toepassing het geschiktst is.
Met vriendelijke groet,
Paul Postma