Slim of pienter zijn eenvoudige woorden die we vaak gebruiken om te duiden dat iemand intelligent is. Ook in het woord 'innovatief' van 'innovatief organiseren' zit iets van slimheid opgesloten. Het woord ‘innovatief’ draagt vaak de implicatie van slimheid of intelligentie omdat innovatie vaak het resultaat is van creatief denken, probleemoplossend vermogen en het vermogen om nieuwe en effectieve oplossingen te bedenken voor bestaande problemen of uitdagingen. Intelligentie manifesteert zich op verschillende manieren in onze wereld. Van de complexe hersenen van levende wezens tot de opkomst van kunstmatige intelligentie (AI). Laten we eens verder inzoomen op de verschillen tussen aangeboren intelligentie, zoals bij mensen, en de door de mens gecreëerde intelligentie van AI.
Oorsprong
Aangeboren intelligentie ontstaat organisch, voortkomend uit de complexiteit van biologische systemen zoals de mens en miljoenen jaren van evolutie. Het is het product van genetische erfenis, omgevingsinvloeden en individuele ervaringen. Aan de andere kant wordt kunstmatige intelligentie gecreëerd door menselijke ontwerpers, voortkomend uit (statistische) algoritmen, gegevens en modellen. Het evolueert op basis van menselijke inspanningen en technologische vooruitgang. De term kunstmatige intelligentie werd voor het eerst bedacht in 1956 tijdens een conferentie aan het Dartmouth College in Hanover, New Hampshire in de Verenigde Staten. Deze conferentie wordt vaak beschouwd als het startpunt van het werk- en onderzoeksveld van kunstmatige intelligentie, waarbij de term werd gebruikt om de inspanningen te beschrijven om computersystemen te ontwikkelen die taken kunnen uitvoeren die normaal gesproken menselijke intelligentie vereisen.
Flexibiliteit
Aangeboren intelligentie, zoals bij mensen, vertoont een buitengewone flexibiliteit en begripsvermogen. Mensen kunnen complexe concepten begrijpen, leren van ervaringen en zich aanpassen aan veranderende omstandigheden. AI daarentegen, hoewel krachtig in specifieke taken, mist vaak het bredere begripsvermogen en de flexibiliteit van menselijke intelligentie. Het is meestal gespecialiseerd in beperkte domeinen en kan moeite hebben om buiten die grenzen te functioneren.
Zwermintelligentie
Een interessant fenomeen is samenwerking tussen mensen (in teams). Dit is een vorm van zwermintelligentie. Zwermintelligentie verwijst naar het fenomeen waarbij collectieve intelligentie ontstaat uit de interacties tussen individuen binnen een groep of zwerm. In zwermintelligentie werken individuen samen als een collectief om complexe problemen op te lossen, beslissingen te nemen en gedrag te coördineren. Dit kan worden waargenomen in verschillende contexten, zoals bijenkorven, zwermen vogels, sociale insectenkolonies en menselijke samenlevingen. Het creëren of maken van intelligentie zoals AI door mensen gebeurt (meestal) door zwermintelligentie.
(Zelf)bewustzijn
Menselijke intelligentie gaat vaak gepaard met bewustzijn en zelfbewustzijn. Mensen hebben een innerlijke belevingswereld, emoties en een gevoel van identiteit. AI daarentegen is niet bewust in de menselijke zin. Het ontbreekt aan subjectieve ervaring en zelfbewustzijn. AI kan weliswaar taken uitvoeren die menselijke intelligentie nabootsen en ook emotionele intelligentie en empathie uiten, maar het ontbeert het gevoel van eigenheid en (zelf)bewustzijn.
Leren
Aangeboren intelligentie blinkt uit in adaptief leren. Mensen kunnen nieuwe informatie tot zich nemen, complexe vaardigheden verwerven en zich aanpassen aan nieuwe situaties. Dit vermogen tot leren is vaak inherent aan levende wezens en wordt gestuurd door biologische processen zoals neuroplasticiteit. AI leert ook, maar op een andere manier. Het leert via algoritmen en data, waarbij het wordt ingezet om specifieke taken uit te voeren. Hoewel AI adaptief kan zijn binnen de context van zijn taak, mist het vaak de bredere leer- en aanpassingsmogelijkheden van menselijke intelligentie.
Moraliteit
Menselijke intelligentie is (bij de meeste mensen) doordrongen van ethiek en moraliteit. Mensen hebben het vermogen om ethische beslissingen te nemen, morele overwegingen te maken en empathie te tonen voor anderen. AI daarentegen is ethisch neutraal. Het handelt op basis van programmering en gegevens zonder intrinsiek begrip van ethiek. Ethiek in AI vereist bewuste inspanningen van menselijke ontwerpers om morele principes in te bouwen en ethische richtlijnen te volgen.
Concluderend
Het belangrijkste verschil tussen aangeboren (menselijke) intelligentie en gemaakte, kunstmatige intelligentie ligt in hun oorsprong en aard. Aangeboren intelligentie is organisch en inherent aan levende wezens, zoals mensen, voortkomend uit biologische processen en subjectieve ervaringen. In tegenstelling hiermee is kunstmatige intelligentie door mensen gecreëerd, gebaseerd op algoritmen, gegevens en modellen. Terwijl menselijke intelligentie emoties, bewustzijn en zelfbewustzijn omvat, ontbreekt dit bij kunstmatige intelligentie, die ethisch neutraal is en handelt op basis van programmering. Aangeboren intelligentie is flexibel en adaptief, terwijl kunstmatige intelligentie vaak gespecialiseerd is in beperkte domeinen, zelflerend kan zijn maar moeite kan hebben om buiten die grenzen te functioneren.
Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen?
Probeer het Pro-abonnement een maand gratis
En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.
Word een PRO