Feedback of terugkoppeling geven betekent dat u aan een ander laat weten wat u vindt van de resultaten van zijn werk. Het houdt ook in dat u een ander informeert over de effecten van zijn gedrag. Het gaat altijd over het effect dat het gedrag heeft op ú, dus zegt het net zo veel over de ander als over uzelf. Feedback geven betekent: medewerkers helpen, stimuleren en hen beter laten worden in hun werk. Dat klinkt eenvoudig, maar in de praktijk blijkt goed feedback geven een hele kunst.
Voorwaarden rond feedback
Veel mensen vinden het moeilijk om feedback te geven. Het past namelijk niet in onze cultuur om bemoeizuchtig en direct te zijn en in te breken op iemands autonomie. Het gevolg is dat mensen niet meer hun eigen verantwoordelijkheid durven te nemen.
Regelmatig bestoken managers hun me...
Om iets te kunnen leren van de gegeven feedback zal deze daar ook voor open moeten staan. Door goed te luisteren, om toelichting te vragen, waardering voor de gever te tonen, goed over de feedback na te denken en er vervolgens ook iets mee doen wordt de gever van feedback ook geprikkelt zijn feedback goed te onderbouwen. Dit resulteerd in een goed gevoel voor de gever (hij kan z'n ei kwijt en voelt zich serieus genomen) en voor de ontvanger (hij wordt geholpen bij zijn persoonlijke en professionele ontwikkeling).
We zien in de praktijk van alledag dat het inhoudsniveau nogal verward wordt met het betrekkingsniveau (het gaat er niet om wat er gezegd wordt, maar wie het zegt). Welnu, wanneer dit gegeven herkenbaar is, dienen we hier rekening mee te houden.
Bij workshops die ik geef, vind ik het belangrijk dat het kleine groepen (max. 10 personen) zijn van medewerkers die in de dagelijkse praktijk een directe werkrelatie hebben (een team). Het voordeel hiervan is dat er ook gewerkt kan worden aan het geven en ontvangen van feedback in de dagelijkse praktijk.
Om het probleem van het betrekkingsniveau te laten ervaren wordt de deelnemers gevraagd een positief punt en een tip te geven aan alle andere deelnemers in de groep. (dit dient in eerste instantie op papier te gebeuren). Hierbij wordt aangegeven dat het een oefening betreft.
Het gevoel dat ontstaat bij de meeste deelnemers heeft voornamelijk betrekking op het "hoe" en niet op het "wat".
Hiermee kan de deelnemer ervaren dat hij/zij bij het geven en ontvangen van feedback het meest last heeft van het betrekkingsniveau: hoe kan ik het zeggen zonder dat de ander denkt "daar heb je hem weer", of "hij weet het weer beter". We zijn bang de ander te kwetsen of dat de ander ons niet meer aardig vindt.
Bovenstaande impliceert dat er ruim aandacht dient te bestaan voor de "ruis" (omgeving, relatie en geschiedenis) bij het geven en ontvangen van feedback.
Behalve deze ruis is het goed stil te staan bij de effecten van "de wijze waarop" feedback gegeven wordt; hier gaat het om stemgebruik en lichaamstaal.
De in het artikel genoemde stappen zijn goed om aan te houden, echter besef dat verbale communicatie slechts 7% van de totale communicatie betreft!
Het uitgangspunt van het geven van feedback blijft mijns inziens: het verbeteren van de prestaties van het team!
Het verbeteren van de persoonlijke prestaties (product) heeft een directe relatie met de teamperformance.
Gerard Castermans, EDU-line
An de Groot