Onderzoeken naar resultaten van fusies schetsen onveranderlijk een somber beeld. Een kleine selectie ter illustratie. Volgens KPMG mislukt 85 % van alle geregistreerde fusies. De Hay Group stelt dat slechts één op de tien fusies succesvol is. Professor Schenk laat ons helemaal schrikken: ‘als een fusie slaagt dan is dat toeval’. Dit geldt voor het bedrijfsleven, maar is naar mijn ervaring net zo waar voor de non profit sector. Er is iets goed mis met de gangbare benadering van fusies. Verbetering begint met een andere manier van kijken naar fusies. Hier vindt u vijf aanbevelingen die behulpzaam kunnen zijn. Bij iedere aanbeveling ziet u een toelichting en motivatie.
1. Zie fusie niet alleen als besluit maar vooral als proces
2. Zorg voor goede regie en fair...
Leg medewerkers in organisaties karaktereigenschappen voor, vraag ze op een zevenpuntsschaal in hoeverre het collectief over die eigenschappen beschikt en er volgt een vrijwel eensluidend oordeel. De uitkomsten van een dergelijk onderzoek bij beide partijen in een fusieproces kunnen een heel exacte voorspelling geven van complementariteit, identiciteit en mogelijke pijnpunten. Ik werk er al jaren mee en het heeft
links en rechts veel kwaad voorkomen en goeds doen ontstaan.
Daarnaast is het uitwisselen van verhalen in fusies een machtig instrument. Fusies zorgen voor gevoelens van onveiligheid. De andere partij is op menselijk vlak immers vaak onbekend en onbekend maakt onbemind. Door medewerkers van beide partijen persoonlijke verhalen te laten uitwisselen kan een proces in werking worden gezet dat van verkenning naar herkenning naar erkenning gaat.
De andere partij krijgt een menselijk gezicht, blijkt ook onzeker en in staat tot fouten, heeft humor en misschien nog wel veel meer.
In een fusie draait alles om het vermogen van mensen om zich open, kwetsbaar en ontvankelijk op te stellen. Dat te stimuleren is meer dan alles van belang voor het welslagen.
Tot zover!
Het artikel houd geen rekening met politiek, belangen en het management-riool.
Tis allemaal erg keurig en organisatie-steriel
Deze opsomming over fusies vind toch nog altijd zeer tot de verbeelding spreken:
Tien manieren om een fusie te verknoeien
1. U weet niet wat u gaat doen na de champagne
2. U overschat de overlap
3. U integreert 'gelijkwaardig' wat niet gelijkwaardig is
4. U integreert twee instabiele organisaties
5. U benoemt niet de juiste persoon op de juiste plaats
6. U laat de cultuurverschillen escaleren
7. U onderschat de IT-integratie
8. U laat de integratiekosten uit de hand lopen
9. U laat de tijd tegen u werken in plaats van voor u
10. U gaat verkeerd om met lijken in de kast
bron: Batelaan en van Essen
Wat ik niet begrijp is waarom er nog steeds zoveel fusies mislukken? De meeste succes- en faalfactoren zijn toch allang bekend? Of zijn de meeste managers van nature onrealistisch optimistisch?
Het realiseren van fusiewinst is veel meer dan het nemen van besluiten en veronderstellen dat de geplande winst er volgens een lineaire planning ook wel zal komen. Fusiewinst is er pas bij de eindstreep en je hebt er erg veel deelnemers voor nodig om dit te realiseren. Het is de interactie die het resultaat bepaalt en niet alleen het fusiebesluit. De dynamiek die dit oplevert vergt andere kwaliteiten dan waarmee vele managers zijn opgevoed.
Fusies zijn doorgaans geen groot succes. Niet omdat we niet weten hoe dat komt maar omdat sprake is van overschatting van management en onderschatting van organisatieprocessen. Dit gaat over optiek. De kennis is er wel maar je moet het wel kunnen zien.
jan bultsma