Begin augustus was ik op het jaarcongres van de Academy of Management in Atlanta. Een gigantische meeting of minds met meer dan 10.000 wetenschappers uit 88 landen die zich bezighouden met alle denkbare aspecten van management en organisaties. Met meer dan 2.500 presentaties en workshops om uit te kiezen is het allemaal nogal overweldigend en is het een hele klus om die presentaties eruit te pikken waarvan je denkt dat ze het meest relevant zijn. Soms was ik daar succesvol in en heb ik interessante nieuwe inzichten opgedaan, waarover later meer. Maar er zijn ook die keren dat je terechtkomt in een zaaltje met een handvol mensen, een slecht verstaanbare spreker en slides vol ondoorgrondelijke statistische tabellen.
In het algemeen moest ik helaas weer onder ogen zien dat praktische relevant...
Wat we missen is de beslissingsbevoegde spelverdeler, de leider op het middenveld, die met de knieën in de modder pragmatisch regelt en zorgt dat het voor elkaar komt. Oftewel de stevige moeder(rol). Die ook rustig nee zegt en met gezag opstaat tegen de vaders in de board en het management. En ja daar is een groot tekort aan.
Zelfsturing krijgt in dit kader alleen dan een kans van slagen wanneer teams en de operatie deze coördinatierol zelf mogen vervullen, met echte bevoegdheden. Zoals de zelfsturende teams bij 'Buurtzorg' laten zien is goede, onderlinge coördinatie dan juist de grootste kracht van het collectief.
Fijn dat er voorbeelden zijn waar het zo goed gaat met de coördinatie. Wel heeft de Leerschool des Levens (LdL) mij geleerd dat, overal waar mensen zijn, te zijner tijd vroeg of laat een machtsstrijd kan ontstaan. Ik vrees dat dat zelfs onder de Wet van Murphy valt: Waar mensen samenwerken, daar moet er wel een keer in meer of mindere mate een machtsstrijd(je) oplaaien. Dus ik stel voor: laten we de goede afloop van elke aanstaande machtsstrijd maar alvast onderbrengen bij de coördinatie, op hoop van zegen, In Sha Allah.
Met vriendelijke groet, Guus
Ik heb er nog eens over zitten nadenken, en volgens mij is het allemaal heel logisch. Zolang er geen machtsstrijd is, of deze beperkt blijft, zullen de medewerkers zich voegen in de bestaande coördinatie. Maar zodra medewerker A een behoorlijke machtsstrijd aangaat met medewerker B, dan gaat dat de coördinatie aantasten. Want dan wil medewerker A coördinatieplan A doordrukken, en wil respectievelijk medewerker B coördinatieplan B doordrukken. En twee vormen van coördinatie die door elkaar heen gaan lopen, dat gaat natuurlijk ten koste van de overkoepelende coördinatie. Logisch toch?
Ik heb het laatst nog voor mijn ogen zien gebeuren in een restaurant-cafetaria, waar ik helemaal vooraan zat, zodat ik goed in de keuken kon kijken. En ja hoor, daar speelde de machtsstrijd zich open en bloot af. Maar ik ben een man van vrede, dus ik heb alle betrokkenen nog maar even gezegd dat het eten echt lekker was, ook al krijg ik altijd maagkrampen als ik de machtsstrijd om mij heen zie gebeuren. Volgende week ga ik daar weer eens een kijkje nemen om te kijken hoe het daar is afgelopen.
Groet, Guus
Een belangrijke voorwaarde voor een soepel verlopende coördinatie is dan ook in ieder geval een stevige spelverdeler op het middenveld. Iemand die het gezag geniet van de groep en boven de partijen staat. Die bij conflicten, chaos en crisis de kalmte en een staat van geestelijke volwassenheid kan bewaren. En waar nodig kordaat en respectvol durft in te grijpen, aan te spreken en de boel vlot trekt.
Hoe we dat gegeven door het organisatieontwerp kunnen beïnvloeden vind ik de uitdaging bij uitstek voor professionals in de praktijk en voor managementwetenschappers.
Leuke observaties over de relevantie van bedrijfskundig onderzoek ... (of meer treurig?)
De Leerschool des Levens (LdL) heeft mij geleerd dat er grote verschillen bestaan tussen organisaties in de betrokkenheid van de mensen en de kracht van de organisatie. De verklaring van dit verschil heeft volgens mij veel van doen met de <a href="https://www.managementsite.nl/kennisbank/organisatieontwerp" target="_blank">organisatievorm</a> en met de sturing vanuit de top. Een sturing die, heel paradoxaal, ook gericht is op autonomie en eigen verantwoordelijkheid van de onderdelen. Harmonie is vaak ver te zoeken maar de gemeenschappelijke ambitie en een alerte sturing houden de verhoudingen constructief. Kracht door samenwerking!