Pubers als metafoor voor innovatie

Wie van zich zelf wil weten of hij/zij kan omgaan met innovatie heeft een vrij eenvoudige toetsteen. Wie niet met pubers kan omgaan is ongeschikt voor innovatie. Pubers ontdekken hun wereld, willen zich niet aanpassen aan de normen en waarden van hun ouders. Die laatsten moeten zo wijs zijn om die ontdekkingsreis aan hun kinderen tussen de 12 en 16 jaar te gunnen, ze moeten zich hun eigen wilde jaren herinneren en beseffen dat de drang naar nieuwe combinaties niet alleen verzet tegen geldende normen en waarden is, maar ook noodzakelijk is om persoonlijkheden te vormen, liefst met iets unieks. En zo is het ook met innovatie. De Bono, de goeroe van het lateraal creatief denken, zegt dan dat je de platgetreden paden (patterns) verlaat en aan je eigen ..... zoektocht begint .

Innovatie is in ...

Jos Steynebrugh
Grimbert,
Je slaat de spijker met één majestueuze klap weer diep in het hout. Je schrijft: “Wie niet met pubers kan omgaan is ongeschikt voor innovatie”. Ik zeg: ”Wie dat wèl kan meestal óók niet”. Waarom? Omdat “homo ludens” een houding is die alleen arrivé topmannen zich durven aanmeten. In de middenkaders, de verkeersagenten, de coneheads en beancounters wordt zo’n speelse houding als onprofessioneel afgedaan. Ik moet denken aan een Japans spreekwoord:

“Man with head in clouds and feet on ground must be VERY tall man”.

Dan hebben we nog de facilitators voor brainstorm werkgroepen. Eerstens is er geen opleiding voor, het zijn vaak marketeers met een meer- of mindere begaafdheid “iets met groepen te kunnen” Tweedens is het muisstil bij OCW: wáár blijft die mega impuls om opleidingen in dit veld uit de grond te stampen? Derdens: het nationale opleidingencircuit ruikt naar mottenballen, omgeven door een ijzersterk web van “moeten” en “mag niet”. Verstikkende regelgeving en een leger van ambtenaren dat zich leraar noemt, waarvan de gemiddelde leeftijd ver boven die van de aanstormende generatie ligt en schoolleidingen die het woord marketing niet kunnen spellen. Het woord “vakantie” kunnen ze wél spellen: daarvoor blijven velen “hangen” die eigenlijk allang hadden moeten vertrekken.

Bedrijfscultuur
Ik weet uit eigen ervaring en van vele anderen dat het leiden van een brainstorm met “Bimbo’s” (hogere echelons) of vakspecialisten geen eenvoudige opgave is. “Spelen”, zoals out of de box denken vaak wordt gekwalificeerd, is tien minuten leuk, maar dan snel ter zake. En zo werkt dat nu eenmaal niet als echt iets nieuws wil bedenken.

Het toppunt van onbenul heb ik meegemaakt in een ziekenhuis. Een arts liep de ruimte waar een workshop plaats vond binnen en zei letterlijk: “Hebben mijn meisjes niets te doen?”. Die heb ik met één woord tot de orde geroepen: “ERUIT”.

Het zou me ook niets verbazen als de werkelijke reden dat de Bono, bejubeld (voor citaten aan de borreltafel) en verguisd door “echte professionals”, terzijde is gelegd omdat tools als TRIZ, Asit etc. zaken wat minder speels aanpakken. Ze snijden gewoon meer hout.

Aan het rijtje eigenschappen dat je noemt (evenwichtigheid, nieuwsgierigheid, dicipline, tolerantie, ruimte en verantwoordelijkheid geven) zou ik er dan ook één willen toevoegen: ballen. Het lef om er als topman voor te gáán, juist als je de uitkomst niet kan voorspellen. Dat niet alleen te belijden, maar ook te stimuleren, faciliteren en . . . kom eens kijken als de mensen aan het werk zijn. Wel even melden van tevoren svp.

Groet,
Jos Steynebrugh
Innovation Consultant
www.changeenhancement.nl