Organisatiebrede aandacht voor het eigenaarschap op processen wordt met de toenemende aandacht voor procesoptimalisatie en keteninnovatie steeds belangrijker. Duidelijkheid over verantwoordelijkheid, taken en positie van de proceseigenaar is dan vereist.
Er zijn gelukkig veel bedrijven die het belang van ‘proceseigenaren’ inzien. Er wordt vaak een voorzichtige poging ondernomen om deze rol toe te wijzen, maar daar stopt het. Proceseigenaren, zeker voor de afdeling-overstijgende processen, zijn vaak concurrenten van afdelingshoofden die zich van oudsher verantwoordelijk voelen voor de kwaliteit van de procesuitvoering binnen hun afdeling. Niemand zit te wachten op competentie-gevechten in zijn managementteam en we hebben allemaal een gezonde angst ontwikkeld voor matrix organisaties.
Dus het antwoord op de interessante vraag: "Proceseigenaren: waar laat je ze?" kan kort zijn: 'Weg!!!!".
Ga eerst de taken maar zo over afdelingen verdelen dat zoveel mogelijk processen de end-to-end verantwoordelijkheid zijn van één organisatorische eenheid (bij lean heet dat 'flow'). Als je dat slim doet houd je weinig afdelingsoverstijgende processen over in een relatief simpele product- of markt-gerichte structuur. Dan is de eenheid de eigenaar van de eigen processen.
Als er dan toch nog processen overblijven die over meer afdelingen lopen, dan zou je bovenstaande adviezen kunnen gebruiken.
Ik gebruik graag de analogie met projecten. De projectleider is verantwoordelijk voor een project en de resultaten, krijgt functionele verantwoordelijkheid over de projectmedewerkers en gaat bij disfunctioneren met de hiërarchische leidinggevende in gesprek. Dit werkt prima, ook al is het tijdelijk.
Als je afdelingsmanagers verantwoordelijk maakt over processen die afdeling overstijgend zijn dan moeten ze uit hun hiërarchische rol stappen en gaan samenwerken met andere afdelingen (en managers), zeker als de processen verdeelt zijn over de managers.
Ook maakt het de organisatie wendbaarder omdat impact van omgevingswijzigingen sneller op tafel zullen komen in het directieoverleg.
Daarmee komen de voor en nadelen van het al of niet aanpassen van de procesuitvoering ten voordele van de kwaliteit van de uitkomst expliciet op tafel te liggen en is de kans op een weloverwogen besluit het grootst.