Organisaties hebben graag proactieve werknemers, iets dat ik ook dagelijks terugzie in de zoektermen waarmee mensen op mijn weblog terecht komen. De vraag is telkens hoe meer proactiviteit te stimuleren. Kijken we naar de wetenschap, dan is dit echter de verkeerde vraag.
In een klassiek experiment werden twee honden in verschillende kooien geplaatst. Wetenschappers zette op willekeurige momenten stroom op de vloer van beide hokken. Een van de honden had een hendel in zijn kooi waarmee de stroom in beide hokken uitgezet kon worden. Beide honden kregen dus evenveel stroomschokken, maar alleen de hond met de hendel had controle over de situatie. Een dag later werd het experiment herhaald. De hendel was weggehaald, maar beide kooien stonden open. Op het moment dat de stroom werd aangezet spron...
Hoe: doe een beroep op hun creativiteit en mogelijkheden, hun kennis.
Waarom: pas dan is er draagvlak, pas dan is de efficientie hun efficiente.
Waartoe: dan wordt pro-activiteit gelijk aan efficientie.
Pro-activiteit is op zich een goed iets, mits in dienst van iets wat er toe doet en juist getimed.
Efficientie idem. Nuttig als het wat oplevert. Zo niet, dan hebben we het over buroratie, nuttloze procedures en bijt de efficientie-hond zich in de egen staart.
En als we toch een kooitje bouwen, dan liever een met handel, zodat de pro-activiteit wordt gefaciliteerd en de stroom er als niet nuttig (au-voetjes) van af kan; dat is kostenbesparend en wel zo efficient.
En dit verschijnsel wordt alleen maar erger door de toenemende macht van overhead: de CFO’s, CIO’s, etc. van deze wereld. Juist het denken van deze functionarissen is cultureel volledig gericht op locale efficiëntie.
Dit soort denken wordt alsmaar sterker. Schaalvergroting, het moet goedkoper, efficiënter. Kijk naar de gezondheidzorg, het onderwijs. Kijk naar voormalig CFO’s die aan de macht komen van ING en ABNAMRO en daar sturen op “efficiëntie”. Ten koste van effectiviteit.
Om hieraan voor de mens tegemoet te komen kun je een functie opdelen in een deel routine werk en een deel creatief werk. Het creatieve werk is dan bijvoorbeeld het verbeteren van het routineproces zelf of het aanpassen van het proces of het product aan veranderende klanteisen. Het creatieve werk wordt dan typisch projectmatig uitgevoerd, bijvoorbeeld een Kaizen-project. Zie ook het voorbeeld van Toyota. De scheiding is essentieel, creativiteit in standaardprocessen gaat ten koste van de kwaliteit en efficiëntie.
Organisatorisch zou het betekenen dat er een deel werk van staffuncties wordt overgeheveld naar productiefuncties en dat men in productiefuncties structureel time-out krijgt om aan projecten te werken.