Het boek van Judith Mair ‘Uit met de Pret’ mag zich in een grote belangstelling verheugen. Nu hebben we al vaker in de geschiedenis gezien dat in tijden van recessie reactionaire geluiden die hiërarchie en achterhaalde normen en waarden propageerden, te horen waren. Nu is dat op zich nog niet zo’n probleem, maar mijn zorg zit hierin dat net als eerder, mensen die angst hebben voor de toekomst, zich kritiekloos achter de demagogie scharen van hen die de goeie ouwe pruisische moraal herintroduceren. Ordnung muss sein! Er is er maar één de baas! En die waakt over jou!
“Mijn boek is een ‘fris geluid’” roept Mair in het interview met Annegreet van Bergen. Ik kan met de beste wil van de wereld de frisheid van haar ideeën niet inzien, behalve wanneer je ‘frisheid’ als naïef of kinderlijk beschouw...
Stel dat u de kans krijgt een boodschap te verkondigen (dat past wel in deze tijd rond Kerstmis): hoe zou die dan luiden?
Dat vind ik veel interessanter dan het weerspreken van mevrouw Mair.
Groeten van Joke van Galen
Ik kan het verhaal van Mair goed plaatsen in het tijdsbeeld en -plaats van kleine bedrijfjes waar voor iedere klant en euro gevochten moet worden op de vierkante meter. Dat schrijft Maier ook: het gaat gewoon om kosten-efficient ondernemen. En dat moet je niet vertalen met "hou ze eronder" want dat past niet bij de Nederlandse cultuur. Wij zijn van nature al meer "doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg".
Overigens heeft Maier wel een makkelijk te lezen boek geschreven, dus in die opzet is ze geslaagd.
Met haar provocerende boek wil Mair afrekenen met de pretcultuur in de speeltuin van quasi-gemotiveerd personeel en quasi-zelfbewuste teams die met hun emotionele intelligentie en sociale competentie één grote familie zouden vormen. De werkelijkheid is anders: werk is er echt niet voor de lol; flexibele werktijden betekenen dat je diep tot in de nacht overuren draait; en eigen verantwoordelijkheid is niet anders dan jezelf uitbuiten of laten uitbuiten.
Waar het om gaat is dat er gepresteerd moet moet worden, en daarbij zijn volgens Mair heldere regels, afspraken en verplichte omgangsvormen in het belang van organisatie èn medewerkers.
De zegetocht van de huidige bedrijfscultuur houdt het midden tussen kermis, kinderboerderij en psychologische doe-het-zelf cursus. Aan het eind van haar boek gekomen, vertelt Mair monter hoe in de zogenaamd werknemersvriendelijke bedrijfscultuur en binnen die quasi vrijzinnige en vertrouwensvolle relaties, tussen werkgever en werknemer werkelijk alle gevoelens geïnstrumentaliseerd zijn.
En zo beschouwd is de boodschap van Mair zo gek nog niet.
Het is overigens opvallend hoeveel organisatie-adviseurs zich in grote woorden tegen het boek van Mair keren. Dat geeft toch te denken.