Nogal wat organisaties kenmerken zich door top-down sturing, regeldrift en systeemdwang. Kostenreductie en flexibiliteit zijn de trends. De ene reorganisatie is nog niet afgerond of de andere staat alweer voor de deur. Medewerkers verliezen hun loyaliteit, doen alleen het hoogstnoodzakelijke, blijven in hun hokjes, duiken weg. Ze richten zich op het behalen van hun targets in plaats van op de klant. In de wandelgangen wordt veel geklaagd. Het ziekteverzuim is hoog.
En waar is de Ondernemingsraad? Deze houdt zich bezig met het zoveelste reorganisatieplan, de volgende bezuinigingsoperatie of de nieuwe fusie. Vaak zonder al te veel succes. De bestuurder ziet de OR als blok aan het been en probeert hem zoveel mogelijk te omzeilen. De OR klaagt dat hij niet tijdig en onvoldoende wordt geïnforme...
Is echter in een organisatie waar werkelijk onderling vertrouwen wordt gevoeld en geleefd een OR (of HR, of management) werkelijk nog nodig?
Ook is het niet goed voor je carriere als je al te kritisch bent, dit is jammer want een kritische OR kan een flinke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van een organisatie.
In mijn nieuwe boek 'OR en strategische vraagstukken' leg ik uit hoe dat moet en wat dat oplevert. Ook voor managers een heel handig boek om na te denken over de vraag: waarom heb we eigenlijk een OR en wat willen we ermee?