- Achtergrond
- Het object
- De architectuur
- Kwaliteiten en bevoegdheden
- Hypothese
- Oplossingsrichting
- Epiloog
achtergrond
Na dertig jaar veel strategie en besturingsdiscussies te hebbengehad met bedrijfsleven en overheid heb ik met mezelf afgesprokendat ik af en toe wat ervaring op papier ga zetten voor hen die datwillen lezen.
het object
Grote organisaties hanteren het besturingsprincipe:"decentralisatie, tenzij &"
Dat betekent dat hiërarchisch hogere niveaus constantmoeten bewijzen aan lagere niveaus dat het zinvol is om bepaaldebeslissingen niet aan het lagere niveau over te laten. Alsdemocratisch, ruim denkend mens heb je dan snel de neiging om eenorganisatie-onderdeel "een kans te geven".
de architectuur
In het spraakgebruik hanteert men bij decentralisatie de termendelegatie van v...
Met vriendelijke groet,
Jeroen van Ineveld
Ik zie uit naar uw volgende bijdrage.
Jan Pels
Ik denk dat de heer Simons in zijn betoog precies aangeeft waarom de overheid in het algemeen en Min V&W in het bijzonder wordt ervaren als een onbetrouwbare gesprekspartner. De benodigde kwaliteit van het management is op veel niveaus volstrekt niet aanwezig, terwijl daar wel de wereld wordt verteld dat iedereen zich met het horloge moet scheren. En tenslotte zegt de minister zelf dat haar afdelingen gelijk hebben. Misschien scheert zij zich niet...
Zelf werk ik in een "gekantelde" organisatie met
zogenaamd zelfsturende team. Er gaan stemmen op die alsmaar verder willen doorkantelen alleen vanwege het kantelen.
Dat zorgt er dan inderdaan voor dat we ons niveau van incompetentie snel zullen bereiken.
Het uitgangspunt dat verantwoordelijkheden (met bijbehorende bevoegdheden) zo laag mogelijk gelegd moeten worden zo lang zij nog hanteerbaar zijn, zorgt er mijns inziens voor dat ieder individu maximale sturingskracht en ontplooiingsmogelijkheden heeft. Dat heeft enorme consequenties op het gebied van motivatie (positieve wel te verstaan). Een "mits" die ik dus aan het besturingsprincipe zou willen toevoegen is "het past in de persoonlijke ambities van de werknemers in kwestie.
Op deze manier heeft decentralisatie niet alleen met organisatie én(!) kwaliteit, maar ook met bewuste zingeving op individueel niveau (motivatie) te maken.
Mijn stelling is, dat outsouircing veronderstelt, dat er in de focus organisatie een uiteramte bekwame én vakdeskundige ínkoper' mo9et zijn, iemand die in feite intelligenter en bewkamer is als de toeleverancier.
Bij gebrek aan dergelijk bekwame mensen, krijgt de toeleverancier veel te veel macht en kan het zich veroorloven om onbekwame mensen in te zetten en daarveel geld voor te vragen. Hoe meer je en SLA wilt, hoe beter je als focusorganistaie moet zijn!
Het werkelijke probleem ligt echter op een hoger abstractieniveau - een meta-niveau zo u wilt - nl. het ontbrekende verband tussen inhoud en uitvoering; het 'wat' versus het 'hoe'.
Wat ; wat is geschikt om te worden gedelegeerd vs. wat mag worden gedelegeerd; dwz. effectiviteit en efficiency vs. legaliteit;
Hoe ; hoe blijft e.e.a. binnen de grenzen van de delegatie vs. hoe blijft het beheersbaar; dwz. legaliteit vs. 'checks&balances'
Onvoldoende kennis van het 'wat' leidt onvermijdelijk tot zwevend management en tot uitschakeling van het zelfregulerend vermogen van de organisatie.
Onbekendheid met het onderscheid tussen decentralisatie en deconcentratie en tussen attributie/delegatie/mandaat leidt er onvermijdelijk toe dat 'managers' van divers soortelijk gewicht dit vacuum vullen. Het meest pregnant komt dit naar voren bij de privatisering van overheidstaken; vooral bij openbaar vervoer en stadsreiniging
Van nabij heb ik gezien hoe overheden zaken regelden waartoe hen de bevoegheid ontbrak.
Twee decennia overheidsinformatievoorziening en privatisering kenmerken zich door de constatering 'de overheid kent zijn eigen regels en normen niet'. Hetgeen meer een kwestie van onbekendheid dan van onwil is.
Kijk bijv. eens bij
<http://www.biodiversity.nl/staatsrecht.htm>
en bij
<http://cwis.kub.nl/~frw/people/nouwt/RECHTSIN/1ECOLL98/sld022.htm>