No more mister nice guy

''Ik krijg nooit hoofdpijn, ik deel het uit!''

''Ik wordt betaald voor ''getting the job done'', niet voor lief en aardig zijn voor mijn mensen'', aldus Robert Woudenberg, directeur van een groot electrotechnisch bedrijf. ''De aandeelhouders krijgen niets voor mijn goede gedrag, wel voor mijn resultaten. En als mijn medewerkers het niet bevalt, zoeken ze maar ander werk''.

Een opvatting uit de 19de eeuw? Welnee. Woudenberg is apentrots op zijn bedrijf. De resultaten zijn er ook naar. Was het drie jaar geleden nog een kwakkelend bedrijf, onder zijn leiderschap groeide het in no time uit tot een multinational. ''A great place to work? Vast niet, maar de aandeelhouders zijn tevreden, we draaien een goede omzet, maken recordwinsten en daar draait het om''.

Zo te horen heeft Robert Hooijberg v...

Ellen
Ik vind het een warrig artikel. Gaat het nou om integriteit, authenticiteit, een nice guy zijn of kritiek opzoeken? En welke van die vier kunnen nu wel en niet bij het oud vuil?
Mark
Ik begrijp niet helemaal wat Phia Smit-Vermeij me probeert te vertellen. Op basis van de titel en eerste paragraaf verwacht dat in de rest van het betoog beargumenteerd wordt dat "mister nice guy" uit in en "mister getting the job done" in. Als conclusie wordt gesteld dat iedere CEO een coach nodig heeft..
Jos Steynebrugh
Phia,
ook ik vind het een warrig verhaal. Je lost niets op, doet geen voorstellen, geen verlanglijstje, niets. Alleen constateringen van “ hoe het gaat”. Maar dat weten de meeste lezers wel.

Quote: “ Wat zoeken al die managers dan bij Covey?
Waarom kijken mensen naar een film? Lezen ze een boek? Luisteren naar een verhaal?
Soms om wat te leren en vaak om zich te vergapen aan “ hoe het ook kan”.
Zelf geloof ik niet in van die korte high-dosis oppeppers. De lange termijn effecten zijn vaak nihil.

Quote: “ Het is niet voor niets dat veel topmanagers hun spiegel zoeken bij executive coaches”.
Lijkt een beetje op stoppen met roken. Als je een ander nodig hebt om ermee te beginnen blijft het een kwetsbaar geheel.

Quote: “Je hebt dus een hofnar nodig” .
Ja, daar spreekt u mee. Is een hell of a job. Dansen op het slappe koord. De kans dat je in botsing raakt met trots, ego of angst is van minuut to minuut aanwezig. Hofnar zijn is een missie. Kan betekenen dat je per seconde moet verkassen als iemand net iets langere tenen heeft dan je dacht. Sommige mensen hebben ook geen humor. Geen humor is bij mij hetzelfde als geen relativeringsvermogen: dodelijk.

Apenkolonie of organisatie: de overeenkomst
Talloze malen herhaald experiment. Kooi met 10 apen, een ladder, luik in het plafond een zoemer en een sprinkler installatie. Alle apen hebben een rode punt op hun kop. De zoemer gaat, luik gaat open, tros bananen zakt naar beneden. Meest dominante aap slaat op de borst, klimt op de ladder en grijpt de tros bananen. Sprinkler gaat sproeien, iedereen nat, iedereen de P in. Na een aantal dagen wordt de leider van de trap geslagen door een aantal subdominanten en de tros blijft hangen. Fase één van samenwerking is aangebroken: apathie! Niemand reageert meer.

Na een aantal dagen wordt een nieuwe aap toegevoegd. Deze heeft ter onderscheid een blauwe plek op z’n kop. Zoemer gaat, tros bananen zakt, niemand reageert. De nieuweling kent het klappen van de zweep nog niet, slaat méér of minder imponerend op z’n borst en vliegt de trap op. Hij wordt eraf gemept door de anderen die ondertussen weten dat een nat pak het gevolg is. Afhankelijk van de hoeveelheid lef en honger gaat dat zo, totdat de nieuwe niet meer de trap op durft.

Als ook deze situatie “stabiel” is wordt een nieuwe blauwe aap erin gestuurd maar nu een rode afgevoerd. Telkens herhaalt het recept zich: de tros blijft hangen. Als ALLE rode apen zijn vervangen door blauwe wortelt de nu bekende apathie in de genen van de organisatie. Met één klein verschil: niemand weet meer hoe dat zo gekomen is.

Apenkolonie of organisatie: het verschil
In een apenkolonie ben je per direct afgeserveerd door de subdominanten als je dingen doet die niet in het belang van de groep zijn. Direct langs af, geen bananen. Bij organisaties kunnen we dagelijks vernemen hoeveel er aan de top gekloot, geroofd en gestolen wordt. Soms stapt het OM erin of een klokke(n)luider , de OR kijkt wel uit of is bezig met hergebruik van de paperclips. De wat serieuzere manager gaat zich laten oppijpen bij “MBA in één dag” of naar een workshop liefst in Hawaï, om er dáár achter te komen dat de relatie met Pa niet zo goed was. Het “vandaar” was een echte eyeopener en dat is toch wel 6000 euro waard, toch? De overigen gaan door met voetbal kijken, nagels schoonmaken of kruiswoordpuzzels oplossen.


En nu de praktijk
Wat doe je met een leider die niet deugt, er een zooitje van maakt of gewoon rooft, bedriegt en steelt? Volgens een basiswet van de groepsdynamiek is dit simpel: spreek hem/haar aan op gedrag. Publiekelijk. Dan vraag je aan de groep of dat nou wel kan. De subdominanten zullen het varken voor je wassen en keurig gefileerd op de parkeerplaats deponeren. Nee, niet langs af, geen moddervette bonus enne . . . nee, bureau opruimen hoeft niet, dat doen wij wel. Mooie rol voor de hofnar.
Als het nodig is, zoek em op, die hofnar. Hij is self motivating. Hij is makkelijk te herkennen: jong, ongebonden, goed salaris dito opleiding en allergisch voor rommel. Hij gaat de rotte appel uit de mand halen.

MAAR WEL STEUNEN HOOR!!!.

Groet,
Jos Steynebrugh
Marketing & Innovatie Consulent
www.changeenhancement.nl

Anthony
Hm...

"Een goede leider moet beschikken over een paar stevige karaktereigenschappen. Integriteit hoort daar niet bij."

Globalisering OK. Verzakelijking OK. Af en toe bruskeren om de scherpte van de discussie te zoeke ook OK. Maar is er dan helemaal geen ethiek meer?

Ik weet het niet hoor. Ik houdt het voorlopig even op een slechte smaak om Martin Luther King en Hitler in 1 zin te noemen.
Phia Smit-Vermeij
Zo te zien heeft de column precies gedaan waarvoor het bedoeld was: mensen aan het denken gezet.

Martin Luther King en Hitler zijn bewust in één zin genoemd. Choquerend? Je kan er niet omheen dat ze beiden zo’n charisma hadden dat mensen ze blindelings volgden.

Hun normen en waarden waren echter totaal anders en dat maakt een leider ‘goed’ of ‘slecht’. Deze normen en waarden zijn bepalend voor de doelen en keuzes en daarmee voor de gevolgen voor de wereld.
Laurens
Leuk materiaal voor een discussie over nieuwe waarden.
Leiders of lijders?
In de zorgsector staan de door Phia beschreven leiders ook op en wat is het gevolg? angstcultuur, rivaliteit, cijferneuken, bureaucratisch geneuzel. De wachttijden nemen toe en de inhoud wordt vermoord.
De klant wordt net zo behandeld als de leidingevende zijn personeel behandeld. Oude wijsheid van sociale stratificatie.
Schijnbaar lukt het deze managers niet om hun eigen bezieling op een menselijke wijze in hun leiderschap te vervatten. Ze zijn geen leiders, maar eerder een product van hun eigen materiele opvoeding.
J. Ramaekers
Kennelijk een of/of tiepje, die Rob Woudenberg. Hij zou beter een paracetamolltje kunnen nemen, i.p.v. hoofdpijn uitdelen en er nog prat op gaan ook.

Resultaten zijn ook te halen met fatsoenlijk gedrag, zonder anderen te hoeven pijnigen om in jouw straatje mee te gaan lopen. In die zin wordt Manfred Ketz de Vries goed aangehaald. Intussen zijn er veel meer namen bekend geworden van ""leiders" die in zo'n geisoleerd wereleje hebben geleefd en anderen koppijn bezorgden. De resultaten van hun "resultaten" maken we nu dagelijks mee.

Als de zon schijnt, is het makkelijk om te zeggen dat het goed weer is. Iedereen zal het beamen. En degenen die het dan hebben over het milieu, zijn de zijkerds.
Maar: hoe is het trouwens nu, met dat bedrijfje van die Woudenberg? Dat staat er niet bij.

In mijn eigen praktijk als organisatie/communicatie-adviseur en in mijn eigen werknemerservaringen heb ik heel wat van dit soort tiepjes meegemaakt. En de vernieling die ze achterlieten, als commissarissen of besturen eindelijk ook de kleren van de keizer gingen zien.

In het boek "de prooi" komt, tussen de regels door, mooi naar boven wat deze mensen drijft: een opgefokt ego datze nodig hebben om zelf mentaal te kunnen bestaan. Niks integriteit, niks authentixiteit: macht!
En dat omschrijft Ketz de Vries als puur, negatief narcisme.
De spijker op zijn (wetenschappelijke) kop. Verplichte literatuur, met tentamen, voor iedereen die denkt op een hogere positie te mogen/moeten zitten.

John Ramaekers