Het lijkt wel alsof de gestage eenwording van Europa een tweede spoor trekt waarin het Rijnlandse denken aardig aan het gedijen is. Het Angelsaksische denken, met zijn nadruk op de aandeelhouder, is niet meer zo vanzelfsprekend als een paar jaar geleden. Natuurlijk gaat het nog altijd om winst, maar ook om andere dingen. Zoals duurzaamheid, of verantwoord ondernemen. Twee jaar geleden verscheen het boek ‘Onafhankelijkheid voor Europa’ van Donald Kalff, een vurig pleidooi om toch vooral van eigen kracht uit te gaan, en het Angelsaksisch denken te laten voor wat het is. Vorig jaar verscheen ‘Angelsaksen versus Rijnlanders’ van Jaap Jan Brouwer en Piet Moerman. Dat maakt nog geen D-Day, maar met enige goede wil kun je toch spreken van een Rijnlands Offensief.
Het boek ‘Onafhankelijkheid voor Europa. Het einde van het Amerikaanse ondernemingsmodel’ is in vele opzichten een opmerkelijk boek. Het rekent af met het idee dat de fixatie op winst, of aandeelhoudersbelang, in het belang is voor de onderneming, en daarmee de aandeelhouders. Daarnaast laat het zien dat de concurrentiepositie van Europa al sterk is, maar door de gestage eenwording de VS van de kaart zal gaan blazen. Kalff stelt dat het Amerikaanse ondernemingsmodel dat is gebaseerd op aandeelhouderswaarde helemaal niet zo succesvol is geweest als is verondersteld. Zelfs toen eind vorige eeuw de bomen tot aan de hemel reikten, blijkt nu dat veel Amerikaanse en op Amerikaanse leest geschoeide bedrijven veel slechter te hebben gepresteerd dan bedrijven die een Europees ondernemingsmodel hebben gehanteerd. Kalff laat zien dat de creatie van waarde verre valt te verkiezen boven de focus op winst. In economisch goede maar ook in economisch slechte tijden.
De onderstroom in het boek van Kalff, overdaad versus schaarste, planning & control versus delegeren en eigen verantwoordelijkheid, en natuurlijk Rijnlands versus Angelsaksisch, is bovenstroom in het boek ‘Angelsaksen versus Rijnlanders’. Het voorwoord is geschreven door Herman Wijffels, (ex-Rabobank, ex-SER, en binnenkort Wereldbank). Wijffels benadrukt de actualiteit van het boek: organisaties hebben een sociaaleconomische visie nodig, het belang van een organisatie is veel groter dan alleen die van de aandeelhouders. Hoewel het boek van Brouwer en Moerman geen antwoord op de vraag hoe je de Rijnlandse organisatie zou moeten inrichten, geeft het wel degelijk oplossingsrichtingen. En misschien is dat maar goed ook. En zelfs logisch! Een kenmerk van Angelsaksisch denken is juist de dwang die van bovenaf wordt opgelegd, de zogenaamde ‘Befehlstaktik’. De Rijnlander gaat uit van een breed geformuleerde opdracht, en voert die naar eigen inzicht en al naar gelang de omstandigheden uit, de zogenaamde ‘Auftragstaktik’. Deze vorm van denken en handelen maakt organisaties veel flexibeler, en dus veel beter ingericht om in te spelen op opeenvolgende veranderingen in de omgeving. Of op onzekerheden. En iedereen is het er wel over eens dat verandering en onzekerheid een kenmerk van de huidige tijd is. Overigens concludeert ook Kalff dat de kracht van Europa voortkomt uit natuurlijke diversiteit die flexibiliteit als het ware faciliteert. De trend lijkt gezet!
(Een uitgebreidere analyse van de kwestie Rijnlands versus Angelsaksisch kunt u hier lezen.Een recensie van het boek van Brouwer en Moerman vindt u hier, een recensie van het boek van Brouwer hier. Een samenvatting van het boek van Kalff staat hier.)
CyberSale, 50% korting op een Pro-abonnement
Verbeter je persoonlijke effectiviteit en managementvaardigheden. Begin het jaar goed en krijg toegang tot toepassingsgerichte kennis.
Upgrade uw gratis lidmaatschap, word een Pro