"Een paar jaar geleden bereikt de relatie tussen de familie en de brouwerij een dieptepunt wanneer vader, toch ooit één van de eigenaren en leidinggevenden, de fabriek wil bezoeken. Hij wordt op een rondleiding meegestuurd met een willekeurige groep bezoekers, een gezelligheidsvereniging uit Drenthe. Ik heb me toen wel afgevraagd hoe het zover heeft kunnen komen."
Dat zegt Annick van der Lof - de Groen zaterdag jl. in Het FD, in een interview met de titel 'Op een dag....'. Van der Lof is dochter in een familie die van 1897 tot 2008 mede-eigenaar is geweest van GROLSCH. Haar verhaal, nog relatief kort na de verkoop van GROLSCH aan SABMiller, geeft een intrigerende kijk op de manier waarop het bezit, en de verkoop, van een familiebedrijf wordt ervaren.
Voor mij, als zoon van eigenaren van een familiebedrijf, is het interview in ieder geval een 'thuis komen'.
Over het bezit van een familiebedrijf.
"We zijn opgegroeid met het besef dat het goed moest gaan met het bedrijf. Vader kon vaak niet mee op vakantie omdat hij aan het werk was. Of hij kwam later, of moest eerder weg. En als de brouwerij een korfbal- of volleybalvereniging ging sponsoren, moesten wij natuurlijk bij die club. Ga er maar naartoe, kreeg ik dan te horen en dat was niet vrijblijvend. Dat besef heeft mij heel sterk bepaald. Je cijfert je voor de zaak weg. Dat geldt voor alle leden van de familie." Mmm. hoe herkenbaar.
"Met oud en nieuw zaten wij niet thuis achter de oliebollen, maar als brandwacht in de brouwerij om te kijken of vuurpijlen geen schade zouden aanrichten. Daar hadden we namelijk heel slechte herinneringen aan. Op een oudejaarsnacht werd de nieuwe brouwerij in Enschede getroffen door een vuurpijl. De brouwerij zou de volgende dag, 1 januari, in gebruik worden genomen. Maar die nacht brandde de fabriek volledig uit."
"Ik herinner me nog de telefoontjes die er kwamen over de zaak. Sommigen waren verschrikkelijk, zoals van een woedende ouder die 's avonds laat belde omdat een dronken automobilist een kind had doodgereden. En dat die tragedie onze schuld was." Tja, is er met het bezit van een familiebedrijf wel een grens tussen wat zakelijk is en wat privé is? Ik betwijfel het ook.
De beursgang in 1984 of het begin van het afstand doen van je familiebezit.
"Ik weet nog dat vader op de avond voor de beursgang met een dienblad en burgemeestersglazen met van die glazen voetjes de kamer in kwam. 'Vanavond drinken we een speciaal biertje', zei hij. 'Morgen is het niet meer van ons.' Ik vond dat raar, maar hij bleek dat heel scherp gezien te hebben."
Vanaf dat moment komen er ook 'bestuurders van buiten'. Bestuurders met ervaring, dat wel, maar zonder familiebanden. Sommige veranderingen die zij doorvoeren zitten in kleine details; details met een grote invloed, zeker op de familie.
'De aandeelhoudersvergaderingen vinden de eerste jaren op de brouwerij plaats, maar na verloop van jaren verdwijnt de familievergadering naar een gelegenheid buiten het bedrijf. Het gebeurt op initiatief van de nieuwe Grolsch-bestuurders.' &: 'De meningen van de familie weerklinken niet alleen via de raad van commissarissen waarin de De Groens lang vertegenwoordigd zijn, maar ook via werknemers. Voor veel van de Grolsch-arbeiders is de familie nog altijd maatgevend (nb; zij waren gewend aan 'meneer Andries', 'meneer Jan' enzovoort, die er altijd toch ook voor hen waren). De bestuurders weten dat ze de familieleden niet mogen schofferen, gezien de strategische waarde die het aandelenbelang van de familie vertegenwoordigt. Maar niet elke bestuurder kan met dat spanningsveld even goed uit de voeten.'
Het dieptepunt in de relatie vormt het aan het begin genoemde bezoek van senior aan de fabriek..... Je zou bijna denken dat de bestuurders, willens en wetens(?), de familie hebben weggepest. Het is niet voor het eerst dat zoiets gebeurt. Toch vermoed ik sterk dat het voor alle betrokkenen, bestuurders, familie, werknemers, zelfs aandeelhouders, (veel) beter was geweest als men een (liefst 'redelijk') goede onderlinge verhouding op zijn minst zakelijk in stand had gehouden. Dat kan namelijk ook!
Na de verkoop.
Tot volledige verkoop van het familiebezit werd niet zo maar besloten. De 1e stappen daartoe werden gezet in 1998 en het proces dat volgde kostte de familie héél wat (slapeloze) nachten. Intussen werd menig vrijer weggestuurd.
'Het Belgische Interbrew meldt zich voor overname, juist op het moment dat Grolsch een nieuwe brouwerij wil bouwen. "Interbrew liet weten alleen met de oude brouwerij in Groenlo verder te willen. Met dat gegeven was het ondenkbaar voor ons om over verkoop na te denken. Wij hebben altijd willen denken om wat het beste voor de onderneming was. (....) Het belangrijkste voor ons was de vraag: wat is het beste voor de onderneming. Wij hebben ons bezit bij de geboorte gewoon gekregen. Dat vraagt om verantwoordelijk rentmeesterschap." Dit laatste is een overtuiging die de veruit meeste familiebedrijven vanuit hun karakter huldigen.
Eind 2007 is dan de verkoop van GROLSCH (familiebezit) aan SABMiller een feit.
"Ik ben ervan overtuigd dat de overname door SABMiller Grolsch meer kansen biedt. Tegelijkertijd blijft de brouwerij voor mij persoonlijk altijd op de achtergrond aanwezig. Als ik een vrachtwagen van Grolsch zie rijden, wil ik eigenlijk altijd even toeteren. En als ik in de supermarkt ben, kijk ik altijd even naar het Grolsch-schap. Ik ben trots op een bedrijf waar ik misschien zelf geen zweetdruppel heb achtergelaten, maar waarmee ik me wel heel sterk verbonden voel. Hoewel steeds meer op afstand, houd ik nog steeds van Grolsch, dat neemt niemand mij af. Ik ben en blijf mijn hele leven een dochter van een brouwer." Ook dat is herkenbaar, vindt u niet?
Zo was het 'ooit':
CyberSale, 50% korting op een Pro-abonnement
Verbeter je persoonlijke effectiviteit en managementvaardigheden. Begin het jaar goed en krijg toegang tot toepassingsgerichte kennis.
Upgrade uw gratis lidmaatschap, word een Pro