Naar de mening van Pauline Meurs, voorzitter van de commissie die het Leidse ROC-debacle onderzoekt, was het ‘een soort verliefdheid’ voor twee extravagante gebouwen, die bestuur en toezichthouders verblindde. Zij raakten het zicht kwijt op de beperkingen van het eigen kunnen en stortten de eigen organisatie zodoende in een weerzinwekkende ondergang.
Verliefdheid? Kom nou toch! We noemen die bedrijfsblindheid ‘schaamte’.
Symbolen van succes
Laten we om te beginnen de goudkoorts van de jaren negentig in herinnering roepen. Er leek geld in overvloed en aan de groei zou nooit een einde komen. Geïnspireerd door massaal bejubelde zonnekoningen uit het bedrijfsleven begonnen ook bestuurders van onderwijsinstellingen, ziekenhuizen, zorggiganten, sociale werkvoorzieningen en woningcorporaties met...
Hier, bij die schoolgebouwen moet je gewoon dat 'gezonde' eraf denken!
waren die ook verliefd ? en waarop dan wel ?
En dat komt omdat elk groot project de "love baby" van een hoog geplaatste persoon is. Daar mag niemand aankomen.
Dus Pauline Meurs heeft volkomen gelijk: het is bedrijfsblindheid veroorzaakt door verliefdheid op het eigen bedachte project. Alles wijkt daarvoor, en als eerste het gezonde boerenverstand!
En natuurlijk ontstaat er schaamte als de realiteit onder ogen wordt gezien. Maar dat gevoel ontstaat in mijn waarneming pas veel later als het verstand eindelijk (een beetje) is teruggekeerd....
Ik vind het heel leuk dat Meurs nu ook deze term gebruikt, al heb ik haar (helaas) nooit les gegeven.
Het valt ook niet mee als lid van de Eerste Kamer – wat Pauline Meurs was (2007 – 2013) – een oordeel te vellen over datgene wat die kamer de afgelopen twintig jaar ruimhartig heeft gesteund: de verzelfstandiging van (semi)overheidsorganisaties, of wel ‘het op afstand plaatsen van het politieke bestuur’: nog zo’n eufemisme, i.c. voor het uit handen geven van de controle, het cadeau doen van gemeenschappelijke verworvenheden aan enkelen en het opdraaien voor de (on)kosten door de belastingbetalers.
Los hiervan, het mag zo zijn dat bestuurders – zowel directie als toezichthouders -op enigerlei wijze ‘verliefd’ werden op hun vastgoedcreaties. De voedingsbodem voor die halsstarrige verbondenheid met de eigen hersenspinsels - verliefdheid ? - is toch echt ‘schaamte’ zoals onder het kopje ‘symbolen van succes’ wordt beargumenteerd.
Dat is wel erg beknopt beschreven; voor een uitwerking ervan verwijs ik naar mijn Dwarsliggers; Tegenspraak onder schaamteloos leiderschap (Haarlem, 2013). Voor de reikwijdte van schaamte kun je ook terecht bij het boek waarvan hierbij de omslag wordt getoond.
Citaat uit het portret dat Tom-Jan Meeus maakte van dr. Bert Kreemers, de onderzoeker van de Teevendeal en vele andere misstanden zoals seksueel misbruik in de rooms-katholieke kerk, nationalisatie SNS Reaal en NZa.
"Alle onderzoeken die [Kreemers] deed - in de overheid, journalistiek, toezichthouders - doordrongen hem, zei hij, van één ding: Hollandse organisaties hebben een chronisch gebrek aan interne tegenspraak." [NRCHandelsblad, zaterdag 12 december 2015, p. 19]
Alle reden om zich te verdiepen in de oorzaken hiervan en niet maar lukraak een 'methodiek' op een organisatie loslaten om een 'cultuuromslag' te bewerkstelligen.
Maar als schaamte dreigt wordt de emotionele kracht ervan geactiveerd. En is een agressieve tegen-reactie heel natuurlijk. “Wat nou schaamte. Kletskoek. Die persoon heeft het op mij gemunt; die moet eruit!”
Ik vind het een waardevolle kijk op de spanningen die in een veelheid van relatiepatronen tussen mensen kunnen ontstaan. Niet alleen in organisaties maar ook in de samenleving.
Hoe dreigender de schaamte hoe meer respect en bevestiging men eist. "Geen respect?!" Dan maar angst; ook een soort respect, nietwaar.
Het blijft dan ook verbazen dat 'schaamte' zo weinig aandacht krijgt bij personeelszaken (human resource management). Het zou een van de eerste aangelegenheden moeten zijn om bij werving en bevordering van personeel aandacht aan te besteden, zeker waar het management, bestuur en toezichthouders betreft.