Youp van ’t Hek, onze grappigste nationale spotter, schreef vorig weekend in de krant, dat hij de reactie erg overdreven vond op de orthodox-gereformeerde opvatting, dat gay zijn voor God een gruwel is. Ik ben het met hem eens. Waar gaat het nu helemaal om? Om een klein groepje rigide haarklovers, die de wereld graag willen vertellen hoe ze moeten leven.
De katholieke kerk is ook zo’n instituut dat regelmatig iets meent te moeten vinden van homoseksualiteit. Dat weten we. En je hoeft er echt niet gelovig voor te zijn. Er zijn heel wat machoculturen, waarin bezwaren bestaan tegen andermans seksualiteit. Je kan je telkens enorm opwinden, als er weer eens homofobe uitspraken de lucht in gaan, maar je kan ook denken: in een democratie hebben mensen meningen, en daar zitten ongelooflijk kortzichtige bij.
Dat neemt niet weg, dat het best lekker is om die orthodoxie zelf eens onder de loep te nemen. Om te beginnen hun idee dat de tekst van hun bijbel allesbepalend moet zijn. Waarom zou dat zo zijn? De bijbel de waarheid? Wie zegt dat? De bijbel zelf. Dat heeft iets grappigs. Wij van de firma Koekoek zeggen u dat er niets beters is dan de producten van de firma Koekoek. Zoiets is het toch?
Maar er is wel wat meer over te zeggen. De orthodoxen baseren zich helemaal niet alleen maar op de bijbel. Zij baseren zich ook op kerkvaders en de geloofsbelijdenis. En dan gaat het al snel om een interpretatie van de bijbel. Jehovah’s getuigen interpreteren de tekst al weer heel anders. En dat geldt ook voor het jodendom en andere christelijke stromingen.
Hoe komt dat toch? Het is vrij simpel. De bijbel is niet één boek, maar een verzameling van 66 boeken. Nergens is door God gezegd, ook niet in de bijbel, dat die 66 boeken zijn woord zijn. Ze zijn door een concilie eeuwen geleden samengevoegd op basis van criteria, die door mensen zijn bedacht. Geïnspireerd door de heilige geest? Degene die dat zeggen komen uit dezelfde hoek als de mensen, die de bijbel samenstelden. Ook weer zelfgetuigenissen, dus. Een rechtbank zou er geen oordel op durven baseren.
Dan is er het vertaalprobleem. Jezus sprak Aramees, het zogenaamde Oude Testament is Hebreeuws, en alle bijbelschrijvers kenden dat Hebreeuws vermoedelijk. Het Nieuwe Testament is echter geschreven in een volks soort Grieks, koinè genaamd. Er is dus opnieuw sprake van vertalingen, en bij zo’n vertaling gaat er van alles verloren. Het woord voor eeuwigheid , om maar eens een voorbeeld te noemen, is in dat Grieks ‘aioon’, en dit kan net zo goed een afgebakende perioden betekenen, te vergelijken met ons woord ‘eeuw’, zoals in ‘Gouden Eeuw’. Het is zelfs zeer aannemelijk dat dit zo is, omdat het Hebreeuws spreekt van een ‘olam’: er is een huidige en toekomstige eeuw in het OT, dat mensen in Jezus’ tijd goed kenden. Ook dit woord is in de vertaling met ‘eeuwigheid’ vertaald, mogelijk onder invloed van de Griekse belevingswereld.
Hield het hier maar op, maar er is meer. De Griekse vertaling heeft al vroeg in het christendom een Latijnse vertaling gekregen: de Vulgata, waarin het Griekse gedachtengoed ook nog een Romeins kleurtje kreeg. Daar heeft het christendom het eeuwen mee moeten doen, en de kerkvaders zowel als de samenstellers van de geloofsbelijdenis zijn er sterk door beïnvloed. Het zou heel goed mogelijk zijn, dat Jezus zich totaal niet meer herkende in de vertalingen en ideeën van het latere christendom.
Zijn we er dan al? Nee. De tekst van de Bijbel, zoals wij die kennen, is samengesteld uit talloze manuscripten, die onderling niet allemaal overeenstemmen. De oudste tekstflard die we van het Nieuwe Testament hebben gevonden, dateert van meer dan 100 jaar na de productie van de boeken. Hoe weten we zo zeker dat het boek dat voor ons ligt betrouwbaar is in zijn teksten?
En dan nog dit: de boeken van de bijbel geven een tijdsbeeld. Het zijn de kronieken van een volk dat als nomadestam begon, hier en daar beïnvloed door het denken van hun tijd, en zelfs door de literatuur van hun tijd. Beetje gek gesteld misschien, maar mensen die de bijbel als een wetboek zien, hangen zich op aan wetgeving van een nomadenstam van duizenden jaren geleden.
Conclusie? De bijbel letterlijk nemen is bijzonder lastig, omdat je simpelweg niet weet hoe 'de' bijbel oorspronkelijk bedoeld is, in wat voor soort contexten ze zijn ontstaan, en waarom ze ontstonden in die contexten. Daarbij komt dan nog dat je niet weet hoe betrouwbaar de vertaling is die voor je ligt. Als je dat tegen orthodoxen zegt, antwoorden ze dat God zijn Woord zich zo niet laat behandelen. Ze geloven het simpelweg niet. Maar dat heet selectief waarnemen. Wat niet in hun kraam past, negeren ze.
En dat kan tot ernstige problemen leiden. Tot antisemitisme bijvoorbeeld. Zeggen de Joden bijvoorbeeld niet, om nog een voorbeeld te noemen, dat het bloed van Jezus over hen en hun kinderen moet komen? Zijn ze daardoor zelf niet verantwoordelijk voor hun lot in de geschiedenis. De pogroms, de holocaust? Ook hier zou verkeerde vertaling een rol kunnen spelen.
Mogelijk is met ‘Joden’ door de schrijvers in de tijd van het Nieuwe Testament echter ‘Judeeërs’ bedoeld. Joden woonden destijds in Galilea, Samaria en Judea; Romeinse provincies. Ook leefden er veel Joden buiten die gebieden. In Judea zaten nogal wat Joden die met de Romeinen ‘heulden’, in de ogen van andere stamgenoten. Dus niet 'de Joden' hebben gezegd dat het bloed van Jezus op hun hoofden en op die van hun kinderen moest komen, maar een bepaalde groep Judeeërs. Het gevolg is echter dat er enorm veel christelijk antisemitisme ontstond.
Dit is een zeer pijnlijk gevolg van iets dat mogelijk een verkeerde vertaling is. Hoe letterlijk kan je zoiets als Gods woord zien? Met andere woorden: de orthodoxen die zeggen zich op de bijbel te baseren, zouden het slachtoffer kunen zijn van verkeerde vertalingen, en daarmee samenhangende filosofische interpretaties van de bijbel. Dat lijkt me voor de orthodoxie iets om me meer zorgen over te maken, dan over de seksuele geaardheid van medemensen, die ze lief zouden moeten hebben. Onvoorwaardelijk.
Dit artikel is het gevolg van een gesprek dat de schrijver vernam tijdens de lunch ergens op de werkvloer. Het gesprek bleef niet zonder gevolgen. Mede om dit soort gesprekken schreef Overbeek zijn boek 'Goden en goeroes', dat in de Managementboek top 100 intussen de top 5 haalde.
CyberSale, 50% korting op een Pro-abonnement
Verbeter je persoonlijke effectiviteit en managementvaardigheden. Begin het jaar goed en krijg toegang tot toepassingsgerichte kennis.
Upgrade uw gratis lidmaatschap, word een Pro