Kom je nog wel aan de bak in 2025?

IMG_6346Vorige week stond er in het NRC een interview met Dirk Helbing, hoogleraar TU Delft. Hij registreerde het feit dat we in een transitie zaten: de digitale economie. Eerst was er de boereneconomie, toen kwam de industriële revolutie, vervolgens moest die van bovenaf beter geregeld worden (verschillen arm-rijk te groot) en kwam de diensteneconomie.

Op dit moment gaan we over naar een digitale economie. Het is onmogelijk om daarin van bovenaf overzicht te houden en aan te sturen met de ongelooflijke hoeveelheid data die beschikbaar komen. Helbing lacht om het idee van een supercomputer die het allemaal wel even zal kanaliseren. We zijn straks het overzicht volledig kwijt.

Belangrijk is zijn opmerking dat al die transities de afgelopen eeuwen gepaard gingen met...oorlog. Dit is zeer beangstigend, en willen we niet, maar we moeten de oorlogsdreiging serieus nemen en niet negeren.

Ik pleit hier voor wijs beleid. Ik ben enorm voor vrede, en heb een enorme hekel aan oorlog, maar als er dreiging is moet je passende maatregelen nemen. Anders wordt je afgeslacht en iedereen weet dat oorlog misere brengt waar niemand op zit te wachten.

Overheden laten ons graag geloven dat ze alles onder controle hebben. Maar zowel de internetrevolutie als de politieke omstandigheden moeten ons aan het denken zetten. De waan van de dag houdt ons daar wel eens weg. En angst voor nare dingen leidt er toe dat je dreiging uit je systeem verdringt.

Sowieso vind ik dat politici zich te weinig met de toekomst bezig houden. Om stemmen te verwerven moeten ze hun oren laten hangen naar de kiezers, maar die zijn zich vaak veel te weinig bewust van de dingen die ze boven het hoofd hangen. Niet omdat ze dom zijn, maar simpelweg omdat ze door werk geen tijd hebben om het allemaal bij te houden.

Een voorbeeld dan nog. Werk zou wel eens op grote schaal kunnen gaan verdwijnen. Wat gaat dat betekenen? Een vriendin van mij wees me erop dat werk voor veel mensen een levensinvulling betekent. Hoe gaan we om met het gevoel van leegte dat ontstaat als mensen banen verliezen? En wat doen we met hun inkomen? Laten we ze aan lager wal raken? Of geven we ze een basisinkomen?

Dat laatste lijkt raadzaam. Dat basisinkomen lost enorm veel problemen op. Als we daarnaast zorgen dat mensen nuttige dingen kunnen blijven doen voor de samenleving in hun leven, bijvoorbeeld onderhoud van de publieke ruimte, bewaken van de veiligheid, helpen van hulpbehoevenden en creatieve activiteiten, dan is er daarnaast voldoende ruimte voor bourgondische, actieve, recreatieve creatieve en gezellige dingen. Laten we daarvoor gaan.

Bert Overbeek geeft lezingen over 'werken in de toekomst'. In het dagelijks leven is hij een succesvol personal coach, teamcoach en trainer. www.pitchersupport.jimdo.com

CyberSale, 50% korting op een Pro-abonnement 

Verbeter je persoonlijke effectiviteit en managementvaardigheden. Begin het jaar goed en krijg toegang tot toepassingsgerichte kennis.
Upgrade uw gratis lidmaatschap, word een Pro

Gerard Lappee
Een basisinkomen is een idee. Maar ook de basiswerkweek terugdringen van 40 uur naar bijvoorbeeld 32 uur. Dan komen tenminste allerlei mensen aan de bak die nu nog langs de kant staan.
Erik Smits
Hoi Gerard,

Ik heb met een groepje dat soort ideeën ook en dat willen we verder promoten.

Zie https://www.facebook.com/driedagenwerkenperweek/

groet!
Diederik Steeman
Lid sinds 2019
Leuk idee. Maar met alleen maar particuliere initiatieven komen we er niet. De overheid zal iets moeten doen om de samenleving voor te bereiden op de toekomst. Anders gaat het alsnog de verkeerde kant op.
Bill Vrijenhoek
mooi stuk. ik denk dat er in die zin radicale besluiten genomen moeten worden. als we daadwerkelijk willen voorkomen dat er een oorlog uitbreekt zal de mensheid toe moeten groeien naar een ander model van samenleven. technologisch kunnen we de mensheid van voedsel etc. voorzien. economisch zullen we geld niet langer moeten willen als drijvende kracht. laten we gaan werken met zijn allen aan de bovenste niveaus van de piramide van maslov.