Deze week werd ik geinterviewd door het Financieel Dagblad. Er was een test gepresenteerd voor beleggers. Aan de hand van de test kon je vaststellen wat voor type belegger je was. Dit kan je helpen, aldus de makers van de test, om betere keuzes te maken. Ons brein fopt ons namelijk, en een beetje rationaliteit en zelfkennis helpen je dat te onderscheiden.
Het FD benaderde mij met een paar vragen, omdat ik een ‘interessant boek over intuitie’ heb geschreven. Het duurde een half uur, en werd teruggebracht tot 5, 6 regels. Ik was niet ontevreden met de weergaven maar hier toch even een wat uitgebreider verhaal. Ik zei tegen de interviewer dat ik niets tegen dit soort testen heb, maar dat het oude wijn in nieuwe zakken is. De toelichting.
We kennen talloze testen. MBTI, Belbin, DISC, Insights, Birkman en Management Drives, om er een paar te noemen. De meesten brengen de menselijke persoonlijkheid terug tot een paar dimensies. Soms 4, soms 8, soms 12. Ze beschrijven je ‘persoonlijkheid’, ‘karakter’ of ‘gedrag’. Het zijn zelfperceptietesten die niet altijd rekening houden met de context waarin je je bevindt.
Inmiddels heeft allerlei onderzoek duidelijk gemaakt dat de omgeving erg veel invloed heeft op ons gedrag. Dat wordt lang niet door alle testen gemeten, hoewel de testen wel pretenderen dit te doen. Men stelt het zo voor dat de mens bestaat uit een aantal vaste eigenschappen. De een beweert dat ze wel, de ander zegt dat ze niet te veranderen zijn. De relatie tot de persoonlijkheid en het brein is echter nog lang niet aangetoond. Heel veel neurowetenschappers twijfelen aan een vastgelegd ‘ik’.
Er zijn genen, er is opvoeding, we hebben hormonen, een brein en veel meer gemeen met dieren dan we denken. Dit inzicht is van de laatste 10 jaar. De opzet van de meeste testen dateren echter uit de 20e eeuw en daarvoor. Mensen zijn gevoelig voor de uitslagen, omdat ze –zeker in organisaties- willen voorspellen hoe mensen zich gedragen. Ze zijn dan ook een soort meetbaarheidsplacebo. We herkennen ons vaak wel in de beschrijvingen, maar dat doen we –zo is onderzocht- ook in beschrijvingen over onszelf die niet kloppen.
Hebben we er dan niets aan? Jawel, het laat ons zien hoe mensen zichzelf percipiëren. Het zijn immers zelfperceptietesten. Ik vind dus niet dat we alle testen maar weg moeten gooien, maar we moeten ze wel met een korreltje zout nemen. Temeer daar uit veel onderzoek (Chabris & Simmons, Kahnemann, Levitin) blijkt dat we onze eigen conclusies overschatten.
Als de mensen die de test presenteren ergens gelijk in hebben, is het dus wel dat ons brein ons ‘fopt’. Het zegt niets als we ons herkennen in een beschrijving. De vraag is namelijk of we wel in staat zijn om een goede beoordeling van onszelf te maken. Het bewustzijn waarmee we dat doen, blijkt keer op keer zeer beperkt te zijn. Bovendien handelen we meestal onbewust. Volgens verschillende onderzoekers in meer dan 90% van de gevallen. Waarop is onze zelfperceptie dan gebaseerd?
Testen zoals deze zijn ook beperkt omdat ze mensen terugbrengen op een paar basisdimensies. Voorziet in onze behoefte aan eenvoud, meetbaarheid en overzicht. Maar of het waar is. Vandaar dat ik zei dat we testen zoals de beleggerstest sceptisch moeten bekijken.
Mijn uitgever verwees naar het interview en bovendien naar mijn boek ‘Het flitsbrein’. Hierin staat een checklist om intuities die je krijgt kritisch te bekijken: de DIMO-checklist. Ik had natuurlijk ook liever gehad dat intuitie altijd ‘bingo!’ zou zijn. Dat zou heerlijk zijn. Gewoon blindvaren op het kompas van je gevoel. Niet hoeven nadenken. Maar bij besluitvorming ben ik er juist van afgestapt. Na decennia alleen op dat gevoel vertrouwd te hebben. Ik heb gemerkt dat er iets meer nodig is. Toch zijn ingevingen vanuit intuitie wel bruikbaar. Juist in combinatie met de checklist geven ze soms op prachtige wijze de richting aan. En het zijn prachtige bronnen van creatief denken.
Wat de testen betreft zei ik nog iets. Lach er een beetje om. De meeste testen kennen rapporten. Standaardteksten die je in verschillende combinaties samen kunt voegen. Het formele taalgebruik maakt nogal indruk, vooral als het een ‘deskundig’ commentaar betreft op dat wat jouw persoonlijkheid zou zijn. We weten immers nooit helemaal ‘wie we zijn’. Altijd weer lekker als een instantie ons dat vertelt. Vooral als die instantie ons beter leert beleggen, en ons fortuin vergroot. En dat laatste, dat vind ik nou grappig. Daar moet ik om lachen. Dat we zo’n test nodig hebben om te weten wie we zijn.
Vooral als onze persoonlijkheidskenmerken dan ook nog een kleur mee krijgen. Dan kun je tegen iemand zeggen: ik ben harstikke geel. Waarop de ander begint te knikken en zegt: oh vandaar dat we elkaar soms niet begrijpen. Ik ben namelijk heel erg blauw. Iemand die toevallig passeert zou dat ook kunnen interpreteren als: ik ben heel erg dronken.
Bert Overbeek is trainer, coach, interim manager en schrijver. Hij is bovendien gespecialiseerd in het brein, big data en robots, diversiteit en intuïtie. Over het laatste onderwerp geeft hij lezingen en trainingen. Hij schreef drie top 10 managementboeken, waarvan 'Het flitsbrein' handelt over intuïtie en het brein.
www.pitchersupport.jimdo.com
pitcher.support@hetnet.nl
Waar vind ik toepasbare kennis en gedeelde ervaringen?
Probeer het Pro-abonnement een maand gratis
En krijg toegang tot de kennisbank. 110 onderwerpen, kritisch, wars van hypes, interactief en geselecteerd op wat wél werkt.
Word een PRO