Organisaties willen graag meetbare indicaties voor gedrag. Dit om goed te kunnen voorspellen hoe iemand zich zal gedragen, bijvoorbeeld bij een sollicitatie. Of om iemand goed te kunnen aanspreken. Leveranciers springen onmiddellijk in op deze behoefte en bieden allerhande unieke meetmethodes. Zo zijn competentieprofielen in de wereld gekomen, assessments belangrijk geworden, enneagrammen tegen imposante tarieven verkocht en zo kunnen we nog wel even doorgaan. Maar is gedrag eigenlijk wel meetbaar?
Organisaties willen graag meetbare indicaties voor gedrag. Dit om goed te kunnen voorspellen hoe iemand zich zal gedragen, bijvoorbeeld bij een sollicitatie. Of om iemand goed te kunnen aanspreken. Leveranciers springen onmiddellijk in op deze behoefte en bieden allerhande unieke meetmethodes. Zo zijn competentieprofielen in de wereld gekomen, assessments belangrijk geworden, enneagrammen tegen imposante tarieven verkocht en zo kunnen we nog wel even doorgaan. Maar is gedrag eigenlijk wel meetbaar?
Laten we eens een vergelijking maken met de biologische psychiatrie, die zich immers ook bezig houdt met gedragsmeting. Hoogleraar Johan de Boer noemt een paar problemen in zijn boek ‘Neurofilosofie’. Wat hij zegt is ongeveer dit.
Om een beeld te krijgen van de werking van iemands ‘mind’ trekken psychiaters en neurologen conclusies uit de subjectieve responsen van hun proefpersonen. Op basis hiervan stellen ze voorzichtig vast wat de biologische processen in de hersenen zijn, die tot die responsen leiden.
Management Development doet ook zoiets. Trainers en managers trekken ook conclusies uit het gedrag van een persoon, al dan niet op basis van een model. Aan de hand hiervan stellen ze vast hoe iemand ‘is’.
Problemen bij de meting zijn dan:
-De gedragsinterpretatie door een deskundige (specialist, trainer, psycholoog, manager) is afhankelijk van zijn achtergrond. Mensen uit verschillende vakgebieden zullen het gedrag anders interpreteren. Een objectieve meting is er dus niet.
-Wat we niet kunnen nagaan is of dat wat iemand verwoordt over zijn gevoel ook een juiste afspiegeling is van datgene wat zich binnenin afspeelt. En gedrag kan ook ware bedoelingen en gevoelens verbergen.
-Onze classificatiesystemen voor gedrag zijn altijd onderhevig aan subjectiviteit. Dat geldt ook voor de scores. Er zijn bijvoorbeeld psychometrische schalen die gebaseerd zijn op gemiddelden van proefpersonen. Het individuele verhaal wordt daarmee ondergeschikt gemaakt aan een grote gemene deler.
-Hieraan wil ik nog toevoegen dat individuele metingen zelden adequaat vaststellen hoe iemand zich in een bepaalde context zal gedragen.
Al met al leidt het bij mij tot de conclusie dat gedragsmetingen anno 2006 veel te weinig kwaliteit hebben om serieus genomen te worden. Ik nodig de lezer uit om vooral aan te geven wanneer hij iets anders ziet.
CyberSale, 50% korting op een Pro-abonnement
Verbeter je persoonlijke effectiviteit en managementvaardigheden. Begin het jaar goed en krijg toegang tot toepassingsgerichte kennis.
Upgrade uw gratis lidmaatschap, word een Pro